Verbiest (Abraham, Bram, Leiden * 22 februari 1921)
Verbiest (Abraham, Bram, Leiden * 22 februari 1921)
getrouwd met van Wijk (Janningje , Jannie, * Langerak 22 augustus 1924)
Het was op 22 mei 2003 tijdens een uitje met zijn vrouw Janningje en met twee kennissen, voor een gepland bezoek aan het Grafisch Museum aldaar, dat Bram Verbiest plotseling onwel werd en niet veel later in het ziekenhuis in Heerenveen aan hart-falen overleed, 82 jaar oud.
Bram Verbiest was een geboren en getogen Leidenaar. Hij kwam doof ter wereld, net als zijn zus Tine. Hun beide ouders konden horen. Hij bezocht Effatha, een school annex internaat voor doven in Voorburg. Via zijn jeugdvriend Koos Vreeswijk, ontmoette hij zijn eveneens dove vrouw Janningje van Wijk, roepnaam Jannie (geboren 22 augustus 1924 te Langerak en overleden op 18 april 2017).
Vijf dove kinderen
Jannie kwam uit een gezin van tien kinderen, van wie er vijf doof waren (horende ouders). Ook zij kwam terecht in Effatha, tegelijk met een ouder broertje Arie die daar eigenlijk niet heen wilde, maar samen met zijn zusje wel. Jannie (3 jaar oud) werd opgenomen in een pleeggezin in Voorburg, terwijl haar broertje op het internaat woonde van Effatha. Op haar vijfde ging ze ook naar dat internaat, waaraan ze bittere herinneringen overhield. Bij herhaling riep ze, dat als ze haar leven over kon doen, ze nooit meer naar school zou gaan. Ze vond het personeel veel te streng. Als ze haar eten niet snel genoeg op at, werd de pap er overheen geschept. Bram had geen uitgesproken slechte herinneringen aan Effatha, een lagere school annex internaat met een paar jaren vervolgonderwijs.
Dubbeltje meer
Bram verbleef overigens gewoon thuis (was een externe leerling) toen hij onderwijs volgde in Voorburg. Dagelijks reisde hij van zijn ouderlijke woning aan de Evertsenstraat, samen met zijn, eveneens dove vriend Koos Vreeswijk (die aan de Herengracht woonde) met de tram vanaf de Hoge Rijndijk naar Voorburg.
Op 15-jarige leeftijd gaat hij aan de slag bij Drukkerij Buurman aan de Nieuwstraat in Leiden. Hij blijft daar van tot 10 juli 1943. Als 16-jarige verdient hij 50 cent per week. Als hij er vertrekt is zijn salaris 12,50 gulden (22 jaar oud). Bij zijn nieuwe baas, Drukkerij Verwoerd en Buis in Lisse, begint hij met 22 gulden per week. Op 23 maart 1946 stapt hij over naar Drukkerij Imperator, eveneens in Lisse. Hij verdient dan 35,59 per week. Zijn hele arbeidzame leven lang heeft Bram in een schrift precies bijgehouden wat hij verdiende, wanneer er nieuwe spullen werden gekocht en voor welk bedrag en hoe lang bijvoorbeeld de garantieperiode gold.
Op 13 juli 1953 begint hij bij het Leidsch Dagblad op de Witte Singel. Hij ging een dubbeltje per uur meer verdienen, toch al gauw 4 gulden per week. Het werd door sommigen wel als een probleem gezien dat hij doof was. Tegen de wens van sommige anderen in, besloot bedrijfsleider Jan Bakx van het Leidsch Dagblad evenwel hem een kans te geven. Bram zou het er tot zijn vut-leeftijd in augustus1983 bijna 30 jaar uithouden. Hij was toen 62 jaar.
Vee verkopen
De familie van Jannie van Wijk kostte het heel veel moeite om de kosten van Effatha (want vijf dove kinderen!) te kunnen betalen. Vader was landarbeider, die een paar stuks vee had op de boerderij van zijn moeder die per se niet wilde bijdragen aan de kosten van onderwijs van haar kleinkinderen op die school. Pa was gedwongen vee te verkopen om de kosten van Effatha te kunnen betalen. Kennelijk kreeg zijn moeder jaren later toch spijt van haar harde houding voor haar dove kleinkinderen, want bij haar overlijden liet zij al haar centen na aan Effatha.
Mannenbroeders van Effatha
Officieel heette de school ‘Christelijk Instituut Effatha’, opgericht op 18 oktober 1888 speciaal voor doven door professor L. Lindeboom en de dominees J. Vonk en H. Beuker. Lindeboom gaf eerst les aan dove kinderen bij hem thuis. In 1891 vindt Effatha onderdak in een pand aan de Langebrug 87 in Leiden, een herenhuis met tien kamers, tevens internaat, dat werd gekocht voor 8000 gulden. Het eerste leerjaar telde 4 leerlingen, allen van ver buiten de stad (geen Leidenaars).
Vanwege de groei van het aantal leerlingen, was Effatha in 1899 gedwongen te verhuizen naar een groter gebouw. Dat werd het voormalige weeshuis ‘Bethel’ aan de Wolwevershaven in Dordrecht, ook internaat.
Oud-leerlinge Jelly Verwaal schreef in EFFATHA 100 JAAR: “Op de voor ons instituut zo belangrijke datum 17 oktober 1888 zijn er 40 mannenbroeders bijeen te Utrecht en wordt de nieuwe vereniging geboren die (naar Marcus 7: 34) de naam Effatha (hetgeen betekent ‘ga open’ of ‘wees geopend’) krijgt. Als grondslag kiest men: “De Heilige Schrift naar de opvatting der Gereformeerde Belijdenisschriften.” Waarmee meteen iets is gezegd over de straffe hand en rechtlijnigheid van het instituut! (zegt Henk van der Post)
In 1926 kiest Effatha voor nieuwbouw, waartoe een terrein wordt gekocht Voorburg. Er zijn dan 97 interne leerlingen, 10 leraren, een huisvader en een huismoeder en 8 dienstboden. De aula deed dienst als toneelruimte en als kerk.
Ouders moesten in de regel voor alle kosten opdraaien. Er kwam weinig geld van de overheid. Er werd een stichting Vrienden van Effatha, christelijk uiteraard, opgericht die ouders bij stond. Na de oorlog opent Effatha een middelbare school voor doven in Zoetermeer. (bron: Wikipedia)
Woningnood
De verkering tussen Bram en Jannie is inmiddels stevig aan. Jannie is bevriend met Tine, Brams zus. Jannie vindt na haar schooltijd een baan op de wasafdeling van het Elisabeth Ziekenhuis aan de Hooigracht. Vanwege de grote afstand naar Langerak, logeert ze permanent bij haar vriendin en haar vriend Bram. Ze trouwen op 4 april 1951 en trekken in bij de vader en moeder van Bram (Nicolaas Verbiest en Aaltje van der Vegte, geboren in Hasselt, Overijssel) aan de Evertsenstraat. In dat grote huis wonen ook al Brams zus Tine met zijn vriend Koos. De woningnood is in die na-oorlogse periode groot en het is geen uitzondering dat getrouwde kinderen bij hun ouders intrekken.
Een paar jaar later vertrekt het hele gezin uit de Evertsenstraat. Opa en oma krijgen een huisje in de Aarstraat, Bram en Jannie (boven), Koos en Tine (beneden) delen een woning aan de Meerburgerkade 19. In 1957 verhuizen Bram en zijn vrouw (er zijn inmiddels twee kinderen geboren) naar de IJsselkade 25, waar Jannie op 18 april 2017 in haar slaap overlijdt.
Dochter Ali heeft ook een belangrijk deel van haar leven gewerkt bij het Leidsch Dagblad. Hoewel ze eigenlijk naar de Kunstacademie wilde, werd het baantje bij de baas van haar vader. Ze begon op 1 september 1970 bij de krant en maakte de omzetting van lood naar fotografisch zetten van nabij mee. Het Leidsch Dagblad was een van de eerste kranten in Nederland die van het lood afstapte. In november 1994 kwam Ali – na reorganisatie – terecht bij Van Groeningen, een bedrijf van huis-aan-huisbladen in Nieuw-Vennep. In 1997 keert Ali weer terug naar de dagbladen, maar nu in Haarlem en ergens begin 2000 in Alkmaar. Zij kiest uiteindelijk voor een financiële vertrekregeling, vooral omdat ze het tijdrovende vervoer van en naar Alkmaar helemaal zat is. Haar zus was ongeveer anderhalf jaar koffiejuffrouw bij het Leidsch Dagblad op de Witte Singel.
Kinderen:
Ali Louise 28 januari 1953
Louise Jacoba 29 april 1956,
getrouwd met Ton (A. P.) Bastiaan:
(kleinkinderen)
Vicky
Robin
Manon
Betekenis naam Verbiest: de naam is ontstaan uit Van der Biest, afgeleid van de plaatsnaam ’ter Biest’, ‘plaats’ waar biezen groeien (bron ‘Leienaars’ van Piet van Sterkenburg, uitgave 2017).
Betekenis naam Van Wijk: Plaatsnaam naar de gelijknamige plaats in de voormalige gemeente Aalburg in de provincie Noord-Brabant, naar Wijk aan Zee in Noord-Holland of naar Wijk bij Duurstede in de provincie Utrecht met als betekenis ‘vestigingsplaats’ De naam gaat terug op het Latijnse ‘vicus’, hetgeen dorp betekent en is ontleend aan de Germaanse grondvorm ‘wika’ (bron ‘Leienaars’ van Piet van Sterkenburg, uitgave 2017).
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!