Saoedi-Arabië sponsort Nederlandse moskeeën, wat een verrassing (sic)!
We wisten het natuurlijk allemaal al heel lang: veel salafistische moskeeën (volgens de krant NRC 30 stuks) in Nederland worden rechtstreeks gesponsord door Saoedi-Arabië. Dat verschrikkelijke land dat nog steeds ‘in ruil voor olie’ straffeloos haat mag exporteren via fundamentalistische imams; u weet wel van die ‘mannetjes’ die vinden dat democratie niet mag en kan omdat het haaks staat op hun geloof, en dat vrouwen moeten knielen/buigen voor de superieure, islamitische man, in essentie niet meer dan een ontaarde seksuele fantasie.
Saoedi-Arabië is ook een land dat sedert de volksopstand in Jemen ‘onze’ (immers alles ten bate van de economie toch, mijnheer Rutte?) internationale oorlogsindustrie draaiende houdt. Een oorlog die reeds 10.000 onschuldigen het leven heeft gekost. Zeg maar letterlijk plat gebombardeerd door een coalitie van (soennitische) landen uit noord-Afrika, zuid-Azië en het Midden-Oosten onder leiding van Saoedi-Arabië, volgens dat rigide geloof vast en zeker dus rechtstreeks geleid door Allah himself.
Jemen was een van de landen die rond 2010/2011 in de ban raakten van de ‘Arabische lente’, het volksprotest dat begon in Tunesië en zich verbreidde in Egypte, Libië, Syrië en in Oman vielen slachtoffers door toedoen van veiligheidstroepen. Met uitzondering van Tunesië zijn alle opstandelingen weer terug geslagen in de hoek waar ze vandaan kwamen.
Wellicht herinnert u zich dat onze Beatrix in die tijd naar Oman ging, om haar bevriende sultan, die onderdrukker en uitbater van gewone mensen, te bezoeken. Immers: altijd zo gezellig en inspirerend! Beatrix was er niet alleen in 2011, ook in 2016. Ze houdt wel van bommen en granaten, laat daarvoor een banketje bij de sultan niet aan haar voorbij gaan. Maar dat mag en kon allemaal, want Bea was er privé! Ineens ben je dan geen koningin meer, vertegenwoordig je niet meer je land. Curieus verschijnsel blijft dat; ze bestaat bij de gratie van dat haar functie, maar die kroon kun je afzetten. Je bent er dus privé, maar zou je daar worden ontvangen als je geen vorstin (van Nederland) bent. En, moreel gesproken, wie wil er eigenlijk met dat soort mensen in Oman omgaan?
Volgens de rijksvoorlichtingsdienst droeg de vorstin in Oman ,,juist om te markeren dat het om een privé- en geen staatsbezoek ging, GEEN hoedje: wat haar internationale handelskenmerk is en eigenlijk een soort ‘substituut kroon’. Die heeft ze altijd op, zeker bij staatsbezoeken, zowel binnen als buiten. O, bijna vergeten: we zaten toen ook nog in onze maag met een paar oudeNederlandse marineschepen die niemand wilde hebben/kopen. Hoe schetste Rutte onze belangen in Oman ook alweer? ,,Het kabinet zet zich in voor nationale economische belangen in de Arabische wereld en elders. In Oman zouden Nederlandse marineschepen verkocht kunnen worden ter waarde van honderden miljoenen euro’s.” Dan maakt het kennelijk niet uit of Beatrix haar hoedje wel of niet op heeft.
Terug naar het hoofdonderwerp: sponsoring van fundamentalistische moskeeën in Nederland. Dat dat gebeurde wisten we wel. Maar welke moskeeën, dat werd zorgvuldig geheim gehouden door het ministerie van buitenlandse zaken. En weet u waarom? Die informatie was verkregen uit het diplomatie werk van ons ambassadepersoneel, aldus NRC. En om te voorkomen dat de bron zou worden getraceerd – met alle kwetsbare gevolgen van dien (sic) – verdween de informatie in een lade van een ambtenaar. En daar ben ik nog het meest boos over. Als dit soort relatieve onbenulligheid al wordt onthouden aan onze Tweede Kamer, van welke meer serieuze zaken mogen wij dan ook niks weten? De overheid blijft in aanleg onbetrouwbaar als veel zaken aan de persoonlijke grillen van ambtenaren worden over gelaten, soms zelfs met medeweten van ministers of het kabinet. Wat geweldig trouwens dat we in ons land goede en betrouwbare kranten hebben die dit soort kwesties uit zoeken.
Ik moet in dit verband denken aan het verhaal dat een oude diplomaat, die tot midden jaren tachtig werkte op ambassades in het verre oosten, mij ooit vertelde: ,,Wij konden bijna niets; hadden geen tools en bronnen om informatie boven water te krijgen. Veel ambassadepersoneel sprak nota bene niet eens de taal van het land waar ze werkten. Je hoopte altijd dat goed geïnformeerde collega’s van grotere ambassades wat ‘lieten vallen’, waarmee je dan in ‘Den Haag’ kon pronken. In de praktijk kregen we alle belangrijke informatie dus van onze goede vrienden, de Amerikaanse ambassades.” Ik heb geen redenen om aan te nemen dat het nu veel anders gaat.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!