Mijn tante Ali van der Geest-van Tol 100 jaar oud: ,,En nu op naar de 108!”

 

Tante Ali, lachend op haar 100ste verjaardag in Albuquerque.

Mijn tante Ali van der Geest, geboren Van Tol, is dit jaar 100 jaar oud geworden, al in juli trouwens. Maar ik beschikte nog niet over foto’s van haar feestje. Die kreeg ik recent van mijn stiefneef Ton van der Plas, wiens moeder een zus is van Ali. Ton was met vrouw en zonen in juli op de verjaardag van tante Ali, in het bejaardenhuis in Albuquerque, USA. Vandaar dat ik er zo laat over bericht, ze is inmiddels 100 jaar en een half. Ze verkeert in goede gezondheid, haar geest is nog scherp. Sinds kort is ze ook betovergrootmoeder van Ollie.

Ali van Tol (geboren 1918 in Hoogmade aan de Vissersweg) emigreerde in 1956 met haar gezin (toen 5 kinderen en haar man Koos van der Geest, geboren in Oud Ade). Bijzonder was dat zij toen al per KLM (de meeste emigranten gingen nog per boot) naar de Verenigde Staten vloog. Aanvankelijk hielpen zij om aan de kost te komen in het boerenbedrijf van haar schoonzus Rika (Wilhelmina) van Wieringen (ook uit Hoogmade. Van Klaverweijdenweg), die een paar jaar eerder weduwe was geworden van  Ali’s broer Gerrit van Tol.

Stiefneef Ton van der Plas – zijn moeder is een zus van tante Ali – wordt met priemende wijsvinger ’toegesproken’ door tante Ali bij zijn bezoek aan het bejaardenhuis waar zij al jaren woont.

Ali’s broer Siem van Tol (kinderen van Jacobus van Tol, geboren 11 november 1885 in Hoogmade en aldaar verdronken op 28 december 1948; en Wilhelmina van Rijn, geboren 24 augustus 1886 in Hoogmade-Ofwegen en overleden in Hoogmade op11 juli 1967) was de derde echtgenoot van mijn moeder Gré Wesselman (eerder gehuwd -weduwe van – met Dirk van der Post in 1948, en met Dirk Straathof in 1967) met wie hij op 23 oktober 1980 trouwde. Siem (geboren 14 juni 1914) nam in 1950 het boerenbedrijf van zijn moeder over.Gerrit (geboren 17 mei 1920, overleden 23 maart 1954) verongelukte met de traktor op zijn boerenbedrijf in New Mexico. De trekker sloeg om doordat hij met wee wielen in een greppel geraakte. De trekker kwam bovenop hem terecht. Het duurde uren voordat er hulp kwam, voordat anderen met machines de trekker konden liften. Gerrit was toen al dood gedrukt. Zijn vrouw zag het vanuit het keukenraam allemaal gebeuren.

De eerste woning van Gerrit en Rika van Tol ergens op het platteland van New Mexic0.

Zijn vader Jaap – nota bene ijsmeester van de Hoogmadese schaatsvereniging – verdronk in 1948 doordat hij door het ijs zakte; rubberen laarzen aan, gekleed in een lange, zware leren jas. Volgens de overlevering werd hij een dag later opgedregd en kwam hij met gevouwen handen boven water). Zijn eerste vrouw Jo van Wieringen (dochter van Koos van Wieringen, Van Fenemalaan, doopnamen Johanna Wilhelmina, geboren 7 november 1916 in Hoogmade) overleed in 1977.

Een anoniem schilderij van de boerderij (thans in eigendom van de kleizoon van Gerrit van Tol in Amerika – stamhouder) toen de hooiberg na vlak aan het water (Noord Aa) stond. De hooiberg is verplaatst toen Siem in 1963 een nieuwe woning liet bouwen.

Een luchtfoto van de boerderij van Siem, circa 1950? En nog geen enkele woonark. Anno 2018 ligt het er vol mee.

Ome Gerrit, verongelukt met de trekker in 1954, in de kist. De foto werd verstuurd naar familie in Nederland als bewijs van zijn dood. Want niemand van de familie was bij de begrafenis. Siem bezocht in 2000 zijn zus Ali en het graf van zijn broer, 46 jaar na zijn dood.

 

Een luchtfoto van de boerderijen van Wim van Tol (onder) en van Siem van Tol, circa 1986.

Tante Ali en ome Koos van der Geest hebben een paar jaar voor Rika (in feite runden zij het bedrijf) gewerkt. In de familie doet in verband met Rika een aardige anekdote de ronde. Rika kwam – waarschijnlijk ergens in 1957 of 1958 – naar Nederland om te hertrouwen (Gerrit was immers verongelukt in 1954) met ene Van der Krogt van de boerderij aan het einde van het Noordeinde (vlakbij Hoogeveen/Disseldorp).

Omdat ome Koos van der Geest ziek werd, moest tante Ali alleen melken (en haar gezin met inmiddels zes kinderen verzorgen). Zij belde op naar Nederland (via telefoon van het postkantoor (bij Jan Kraan, bijnaam Jan kontje) aan de Kerkstraat. Ze deelde Rika mee dat ze de koeien nog maar één keer per dag kon melken. Hals-over-kop ging Rika terug naar huis. Ze trouwde uiteindelijk veel later pas met Van der Krogt… in Amerika.

Tante Ali als jonge vrouw in de Kerkstraat in Hoogmade.

Gaandeweegs bouwden Ali en Koos een kudde van een paar honderd stuks vee op (een deel van het loon werd door Rika in vee betaald) op basis waarvan zij later een lening kregen van de bank om elders in New Mexico (op het platteland uiteraard, in Belen, ergens tussen Taos en Alburquerque) een huis met boerenbedrijf te bouwen. Zij profiteerden in de jaren zestig van de grote stijging van vee- en vleesprijzen en wel zodanig dat zij als redelijk welgestelden midden jaren zeventig hun bedrijf staakten. Schoonzus Rika vergaarde fortuin toen zij olie aanboorde op haar perceel grond in New Mexico waarop een aantal ja-knikkers werd geplaatst.

Tante Ali is geregeld met haar man op bezoek geweest in Nederland. Zij logeerden dan altijd wel een periode bij Siem van Tol en mijn moeder aan de Vissersweg 14-16. Haar 50-jarig huwelijksfeest vierden zij in Nederland. Alle kinderen en kleinkinderen waren er bij op kosten van ‘opa en oma’.

Het gezin Jaap van Tol met vlnr: (voorste rij van 5 personen) Bep, getrouwd met Willem van der Laan; moeder Van Rijn; vader Jaap, Flora, getrouwd met Gerardus van der Plas; Siem. Achter vlnr: Gerrit, getrouwd met Rika van Wieringen; Mien, getrouwd met Cor Langeslag; Gerarda, getrouwd met Jacobus Hogenboom; tante Ali; Marie, getrouwd met Siem Borst. Foto genomen op het 25-jarig huwelijksfeest van Jaap naast de boerderij aan de Vissersweg (1937).

Mijn moeder Gré Wesselman (eerder weduwe van Dirk van der Post en van Dirk Straathof, op haar trouwdag met Siem van Tol in 1980.

Zij is een slimme en sociale tante aan wie het zeker te danken is dat het gezin het in de VS goed heeft gered. In korte tijd maakte zij zich het ‘Amerikaans’ eigen en de gewoonten – in tegenstelling tot Ome Koos die altijd Nederlands bleef brabbelen met Engelse woorden er doorheen; berucht is zijn stopwoordje ‘zogezeid (= zogezegd) dat hij in mijn herinnering welhaast aan het einde van elke zin toevoegde). Dankzij tante Ali konden de kinderen studeren en bereikten goede maatschappelijke posities (werden geen boer, maar o.a. tandarts, accountant en ingenieur). Een van haar kinderen zit al jaren bij de Moonsekte, is uitgesloten van de erfenis, want ,,alles moet hij afstaan aan Moon en daar hebben wij niet hard voor gewerkt”, aldus tante Ali de laatste keer dat ik haar sprak toen zij op visite was bij Siem van Tol. Maar haar mening zal ongetwijfeld veranderd zijn want zoon Jan heeft inmiddels de Moonsekte verlaten.

 

Van Tol is een oude boerenfamilie in Hoogmade. Eind 18de eeuw (Cornelis van Tol, 1779-1841) bezitten zij reeds grond in de Frederikspolder ‘achter’ de Frederikskade, en de boerderij – inmiddels met aanbouw – van Wim van Tol. Cornelis had daar circa 32 hectare grond. Uit oude akten blijkt dat de begrenzing van zijn grond onder meer het zogenaamde ‘Gangpad’ (thans Oude Kerkweg) was. Daarop rustte recht van overpad omdat aan de Oude Kerkweg vroeger de r.k. kerk stond.

De oude en wat vervallen boerderij (linker deel was woonhuis, rechter gedeelte was stal, in de herinnering van Siem nog ‘door’ zijn vader gebouwd) aan de Vissersweg waar de Van Tollen zijn geboren. Rechts het woonhuis dat Siem in 1963 liet bouwen. Links de houten woning, gekocht van zijn zwager Hogenboom uit Roelofarendsveen, die werd neergezet voor zijn moeder toen Siem in 1950 trouwde.

 

De Van Tollen staan niet bepaald bekend om hun tact. Ze zijn recht-door-zee, een beetje tactloos soms, boeren met weinig (zelf)medelijden maar wel hartelijke en goede mensen. Mijn derde ‘vader’ Siem van Tol droeg het hart op de riem. Hij reed in Hoogmade – dat vond hij zijn ‘burgerplicht’; declareerde nooit ook maar één kilometer voor dat werk – tot zijn 95ste tafeltje-dek-je (nota bene 25 jaar lang). En alle ‘klanten’ waar hij eten bracht waren jonger dan hij. Hij kon maar niet vatten dat zij er slechter aan toe waren dan hijzelf. Als grap zei ik tegen Siem: ,, Heb je het nou nog niet door: overal waar jij eten brengt gaan mensen dood!

Siem van Tol op de vroegere hooizolder van de oude boerderij aan de Vissersweg waar hij en zijn broer en zussen allen zijn geboren.

Siems vader Jaap was geboren op de familieboerderij aan de Frederikskade, de boerderij die toen als de ‘bijnaam’ Kippenlust had, waarschijnlijk omdat er meer dan gemiddeld aantal kippen (voor de handel) werd gehouden. Hij nam de boerderij over van C. van Rijn (nota bene protestant) die hem huurde van C.G. van Rijn. Waarschijnlijk – ik weet het niet zeker – zijn schoonvader of naaste familie van Jacobs vrouw – Siems moeder – Cornelia Wilhelmina van Rijn (Ofwegen). Zijn schoonfamilie was volgens Siem in ‘goeden doen’. Als meisje kwam Siems vrouw al in haar eentje met de tilbury naar de kerk in Hoogmade, een teken van rijkdom – aldus Siem.

Jarenlang bezocht tante Ali in Amerika ‘eenzame ouderen’ en buurtjes in de omgeving van Belen (de buren van tante Ali woonden tenminste 7 kilometer verder) voor een praatje, voor een boodschap. Zij was dik in de tachtig toen haar rijbewijs werd afgenomen. Ze was ‘vergeten’ te stoppen bij een stopbord bij een kruising. Want zo werkt dat in Amerika; ook al zie van mijlenver weg dat er niks aankomt, stoppen betekent stoppen, ook midden op het platteland.

Tante Ali maakt vanuit het bejaardenhuis Alburqueque nog elke dag een wandeling. Als huisgenoten aan haar vragen waarom zij dat doet (apropos: Amerikanen lopen niet – die rijden auto), antwoordt ze met: ,,Jullie zijn een stelletje sissies.” Een Van Tol ten voete uit: hard voor anderen; hard ook voor zichzelf.

Het verblijf van tante Ali in Albuquerque: Paloma Landing, gracieus retirement living.

De oudste bewoner van het ouderenhuis in Albuquerque is 108 geworden en pas overleden. En nu heeft ze zich voorgenomen om die tenminste te evenaren met het doel die te overtreffen. De Van Tollen stammen van een sterke soort. De meesten zijn dik in de tachtig geworden; een aantal in e negentig. Siem van Tol werd op zes weken na 100, maar die was blij dat het einde naderen. Van die gedachte heeft tante Ali helemaal geen last. Ze is in de familielijn de oudste Van Tol ooit, en gezien haar fysieke toestand thans al kans om nog ouder te worden.

Met dank aan Ton van der Plas voor info en foto’s.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *