Koraalzang in het Van der Werffpark is cabaret en slechte karikatuurschets

‘Buutreedner’ Joost Bleijie maakt een slechte karikatuur van de ‘echte’ Leidenaar. Laveloos, kotsend, brallend en vooral wat dommig is het gechargeerde beeld dat hij al een aantal jaren schetst van met name (het kleine groepje) zwaar bezopen bezoekers van het 2- en 3-oktoberfeest.

De ‘anekdotes’ die hij op 2 oktober verzamelt op basis van zijn rondje kroegen en terrassen, worden tijdens de Koraalzang in het Van der Werffpark de volgende ochtend om 8.00 uur over de bezoekers uitgestrooid. Soms misschien even komisch, maar helaas zonder maatgevoel. Het plat Leids is overdreven vaak in zijn speech te horen, en wel zodanig dat het vervelend overheersend wordt. En van Leidenaars een naar beeld geschapen; het gaat slechts om incidenten die geen representatief beeld vormen.

Bleijie is geboren en getogen in Leiden. Dus natuurlijk kent hij het Leidse dialect dat trouwens door steeds minder stadsgenoten wordt gesproken. Maar op de wijze waarop hij zijn rol interpreteert, wordt de Koraalzang steeds meer een cabaretvertoning. Trouwens ook niet in de laatste plaats te danken aan burgemeester Lenferink die zo zijn eigen rol heeft toegeëigend in het semi-komische vermaak in het park.

Bleijie is de opvolger van de overleden Den Tonkelaar (van die eeuwige vaste terugkerende riedel ‘Mijnheer den Tonkelaar, mijnheer Den Tonkelaar, etc) die jarenlang het publiek geselde met veel te lange, dodelijk saaie spreekbeurten. Ook iemand (als Bleijie) die geen maat kon houden, over wie niemand goede regie voerde/voert. Maar Den Tonkelaar was wel al die jaren de serieuze noot van de kranslegging, een man die veel moeite deed om steeds iets unieks over ‘3 oktober’ te vertellen. Waaruit een zeker respect sprak voor de ‘plechtige’ kranslegging voor verzetsburgemeester Van der Werf.

Natuurlijk, het hoeft allemaal niet te plechtig, maar als álle officiële sprekers kiezen voor een cabareteske benadering dan is de kranslegging dat ook. Dus gaarne enig – niet te veel – decorum.