I&O Research: Hoger opgeleiden helpen minder vaak hun medemens
Negen op de tien Nederlanders doen wel eens iets voor een ander, maar lager opgeleiden doen meer dan hoogopgeleiden. Zowel bij lichtere als zwaardere hulp doen lager opgeleiden significant meer.
Er zijn geen grote verschillen naar regio. Wel blijkt dat men buiten de Randstad en op het platteland vaker helpt uit ‘noaberplicht’, terwijl men dat in de stad doet uit genegenheid of liefde. Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de NOS en de regionale omroepen.
Voor dit onderzoek legden we Nederlanders een (niet uitputtende) lijst van vijf activiteiten voor, van betrekkelijk lichte hulp (de planten of kat van de buren verzorgen, de vuilnis aan de weg zetten, helpen met de computer) tot zwaardere hulp (een hulpbehoevende gezelschap houden, iemand helpen bij het douchen).
Negen op de tien Nederlanders doen wel eens iets voor een ander (minstens een keer per jaar), de helft doet minstens één keer per maand iets. Iemands planten of kat verzorgen (63% doet dat minstens 1x per jaar) of vuilnis aan de weg zetten (55%) wordt als vanzelfsprekend ervaren: ‘dat doe je toch gewoon?’.
Ook iemand helpen bij de administratie of met de computer (50%) of een eenzaam iemand gezelschap houden (47%), wordt door ongeveer de helft van de Nederlanders minstens een keer per jaar gedaan. Echter, als hulp zorg wordt, zien we de frequentie teruglopen: slechts één op de tien helpt iemand regelmatig bij het douchen of aankleden.
(Bron I&O Research)
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!