Het nieuwe New Orleans
door Pablo Cabenda
‘Dames en heren: ze heeft dezelfde wellustige rondingen als de maan waar onze stad New Orleans, The Crescent City, naar is genoemd. Ze heeft het gezicht van een engel maar de mond van een rauwe zeebonk, applaus voor Bella Blue.’ De presentatrice die een tongue in cheek avondje strippen aan elkaar gaat praten, betreedt het podium van mini-theater annex bar The Allways Lounge en meteen maakt de sfeer van prikkelende anticipatie gejoel los bij het publiek.
Op de eerste rij klapt een bezoeker van pure opwinding zijn benen tegen elkaar en probeert voortdurend de aandacht van de presentatrice te trekken. Onze hostess, met de natuurlijk autoriteit van de juf die tijdens het schoolreisje de klier van de klas tot de orde roept: ‘Meneer, meneer, stop! ik zie nu al dat u een probleem gaat vormen.’ Meer gejoel, meer gelach.
Tja. New Orleans. De plek waar niet alleen de jazzwieg stond maar schijnbaar ook die van alle vormen van losbandigheid die Amerika kent. Het heet hier niet voor niets The Big Easy. Zo easy, dat een traditionele begrafenis in een jazzparade vol zonnig koper uitmondt. Zo easy dat elke dame die haar borsten al fresco laat uitwaaien tijdens Mardi Gras – het New Orleans carnaval – beloond wordt met een regen van kralen kettingen.
Marigny
Alleen, het betreft hier niet Bourbon Street in de wijk de French Quarter, de traditionele tourist trap waar vakantievierend Amerika zich in een roes van alcohol in een wellustig Disneyland waant. We zitten hier aan St Claude’s Avenue in Marigny. Een deel van de stad die tien jaar geleden toeristisch nog weinig te betekenen had. Daarbij is de striptease geen platte paaldansshow voor een leger shorts en teenslippers zoals in de stripclubs van Bourbon Street. Nee, vandaag krijgt het publiek een geestige burlesk competitie voorgeschoteld. In twee teams gaan de danseressen de strijd aan met elkaar en worden beoordeeld op het creatieve gebruik van props die ze blind uit een zak moeten vissen. Een tennisracket doet dienst als billenkoekhulpstuk, de combinatie speelgoedtruck en halfnaakte dame maakt het publiek uitzinnig en ja, ook de onvermijdelijke banaan moet creatief worden verwerkt in de kunst van het ontkleden.
Het campy entertainment is een doorslaand succes. Stripper Gogo McGregor die na de wedstrijd buiten een sigaretje rookt in niets meer dan een lakleren tanga en tepelkwastjes vindt het geweldig. ‘Een paar jaar geleden was hier bijna niets te doen. Nu heb je in deze straat alleen al deze tent, de Hi-Ho Lounge en Siberia waar burlesk theater, muziek en stand up comedy een plekje hebben gevonden.’ Alles heel informeel en gemoedelijk. Tot voor kort kon zelfs elke avontuurlijke ziel zich op vaste avonden in de Strip-Yourself show bloot geven op het podium en manager Paul Oswell staat geregeld als stand up comedian op zijn eigen toneel.
Hipster-tenten
De Allways Lounge voelt echter nog een beetje als geheimtip. Goed bezocht door scherp geklede locals en een handjevol toeristen die tien jaar na de verwoestende orkaan Katrina weer de weg naar New Orleans hebben gevonden en zich schoorvoetend buiten de gebaande paden van het even historische als toeristische French Quarter begeven. Na de ramp volgde een enorme verrijking in wijken als de Marigny, Bywater en verder. Naast de restaurants waar de cajun cuisine nog de dienst uitmaakt kun je nu ook baba ganoush eten in een hipster tent als Fatoush in de Marigny of one dollar sushi en sashimi in Mikimoto in Uptown of veganistisch Indiaas in de Hare Krishna House, ook in Uptown.
New Orleans lijkt na Katrina herboren, mogen we het een renaissance noemen? Niet helemaal, volgens Bill Taylor de directeur van de Trombone Shorty Foundation, zo genoemd naar het jonge blazerstalent Troy Andrews, dat na Katrina een cultureel boegbeeld werd voor de wederopbouw van de stad. ‘Een renaissance betekent een hergeboorte van wat er al was. Hier is juist meer nieuws bij gekomen dan dat er echt sprake is van een opleving van die typische traditionele New Orleans cultuur waar een lange traditie koperblazers, jazz en andere vormen van zwarte muziek deel van uitmaken.
Kunstenaars
Een dag na de show probeert Taylor boven een cappuccino een beeld te schetsen van het culturele/toeristische New Orleans anno 2015. ‘Er is een behoorlijk gentrificatie gaande van wijken in de stad die voorheen maar matig interessant waren voor het toerisme. ‘Hell, zelfs de Lower Ninth Ward, de buurt die het zwaarst was getroffen door de storm en bekend staat als de meest beruchte no go area telt nu een handjevol avontuurlijke kunstenaars die het hun thuis noemt.’ In de reuring van nieuwe ontwikkelingen probeert Taylor met zijn stichting de muzikale nalatenschap van de stad te waarborgen en levend te houden. ‘Met Troy als voorbeeld zorgen we ervoor dat kids hier die tradities op de juiste manier leren met allerlei onderwijsprogramma’s.’ Bewijsstuk A: een kinderprentenboek waarin Andrews zelf zijn weg beschrijft van kansarm jochie in de wijk Tremé naar internationaal muziekster.
En ook al hebben Bywater en de Marigny een sociaal-culturele opwaardering ondergaan Taylor noemt Tremé nog steeds de belangrijkste wijk voor de ontwikkeling van zwarte muzikanten en cultuur in New Orleans. Bijna alle leden van de vele brassbands die de stad telt, komen er vandaan en ook de Mardi Gras Indians, de in flamboyante kostuums van veren en lovertjes gestoken verschijningen. Taylor: ‘Het punt is waar zijn we na na vijf, tien, twintig jaar gentrificatie? Je kan argumenteren dat het voor de stad een economische zegen is dat er zoveel nieuws gaande is. Tegelijkertijd kun je je afvragen of het ook niet het karakter van die wijken aantast of dat zelfs die typische oude New Orleans cultuur daardoor erodeert.’
Beste ondernemersklimaat
En er is veel nieuws gaande. Volgens zakenblad Forbes had New Orleans in 2014 het snelst groeiende aantal afgestudeerden van het land. In 2013 was het de stad waar de meeste werkende Amerikanen naar toe verhuisden. Ook heerst hier, volgens Forbes, het beste ondernemersklimaat van de Verenigde Staten.
Er was wel een ramp van epische proporties voor nodig. Katrina was in totaal, dus niet alleen in New Orleans, verantwoordelijk voor ruim 3,5 duizend doden en ruim 153 miljard dollar schade. In het kader van het ‘voluntourism’ kwamen veel vrijwilligers vlak na Katrina, vaak college-graduates, naar New Orleans helpen met de wederopbouw. En net zoals Blanche DuBois in A Streetcar Named Desire, het Tennessee Williamsstuk dat zich in New Orleans afspeelt, vertrouwde de lokale bevolking op de kindness of strangers. Vervolgens werden die vreemdelingen verliefd op de Crescent City en bleven er hangen. Spoel de film een paar jaar door en het broeinest van jong ondernemerschap heeft een landschap van nieuwe hippe bedrijfjes vormgegeven waarmee ze op hun beurt weer anderen aantrekken. Volgens het New Orleans Convention & Visitors Bureau verwelkomde de stad in 2014 9,5 miljoen bezoekers en maakte de hoogste omzet in de toerisme-industrie ooit gemeten: 6,8 miljard dollar. In 2006, een jaar na Katrina, bleef de teller steken op 3,7 miljoen bezoekers. Taylor: ‘New Orleans is een happening plek geworden, een plaats waar je weer naar op reis gaat of zelfs naar verhuist zoals New York, San Francisco of Seattle.’
Nieuwe import
En kijk: de vreemdeling is een nieuwe New Orleanian geworden. Ze zijn werkelijk overal. Oswell bijvoorbeeld, de manager van Allways was in een vorig leven gestationeerd in Londen als reisjournalist. ‘Ik kwam hier al sinds 2001. Wat me hier zo bevalt is dat de hele scene niet zo kliekerig is als in Londen. Hier kom je in een bar goths, punks, van alles tegen. Ik raakte steeds meer betrokken bij de gemeenschap en besloot op een gegeven moment te blijven.’ Of Kathleen McCurdy, de studente uit Memphis Tennesse die je zomaar een lift aanbiedt nadat je een half uur vergeefs op een taxi hebt staan wachten en spontaan voorstelt dat y‘all morgen naar restaurant Bacchanal komen want ze viert daar haar verjaardag. Of die jongen in de streetcar die van Savannah Georgia naar New Orleans Louisiana verhuisde, zichzelf Nobody noemt maar verder honderduit over zichzelf vertelt. Hij heeft zichzelf de opvattingen van de locals eigen gemaakt en zegt zonder een spier te vertrekken dat Mardi Gras dit jaar met maar één schietpartij jaar erg rustig was. Over Bourbon Street: ‘Mensen gaan daar niet naar toe voor de muziek maar om zich lazarus te drinken. Nee dan Frenchmen Street, net buiten The Quarter da’s de plek waar je naartoe gaat om goede originele live muziek van plaatselijke bandjes te horen.’
Muziekclubs
Met panden in alle tinten van de regenboog is Frenchmen Street misschien wel de meest gekleurde straat van de stad. En de namen van de muziekclubs doen er niet voor onder: The Spotted Cat, Blue Nile of Bamboula. Allemaal hebben ze schoolborden in het raam met de aankondigingen van de bands die er spelen; twee per dag, zes dagen per week. Met een beetje goed mikken kun op een avond tien bandjes horen. In Maison speelt New Orleans Swamp Donkeys. De zanger/trompettist zingt heel modern over Judy die twerkt met een ‘loose booty’ maar wel geruggesteund door een traditionele dixieland bezetting van banjo, trombone, klarinet en sousafoon terwijl hij ook nog eens grommende Louis Armstrong ten beste geeft. Dit is de straat gekoesterd door de plaatselijke bevolking die hoopt en bidt dat het niet dezelfde kant opgaat als Bourbon Street. Op het menu staan o.a po’ boys, de traditionele Louisiana baguette sandwiches met roast beef. Een nieuwe hotspot voor het oude New Orleans; muziek én cuisine.
Maar de stad springt zelfs over zijn eigen culinaire schaduw heen met een hip restaurant als Bacchanal in Bywater. In een tweehonderd jaar oud pand kan je doe-het-zelven met wijn en kaas. Een plattegrondje geeft aan waar in de openbare ‘wijnkelder’ zich welke wijn bevindt, je wordt geadviseerd over een bijbehorend kaasje en rekent af. Of ga voor het mediterraans getint menu. Een werelddeel verwijderd van die haast onvermijdelijke jambalay en gumbo waar de stad eeuwig mee schermt.
Toch, iets typisch New Orleans blijft behouden. Het is een understatement te beweren dat de gerechten worden opgediend zonder pretentieuze poespas. Je karbonaadje met rucola, witte ansjovis, parmigiano-reggiano en balsamico azijn arriveert op een papieren bordje en de servetten lijken uit de dispenser van een openbare wc te komen. Als je denkt dat het niet nog meer casual kan hoor je ‘Hey, you guys!’, en daar komt Mc Curdy op verslaggever en fotograaf af en begroet de vrienden die ze net 24 uur geleden heeft leren kennen met twee ‘mwah, mwah’ smakzoenen.
Bacchanal als uithangbord voor het nieuwe New Orleans verschilt dan niet zo heel veel van het oude: Het niveau van het gebodene is hoog, de bijbehorende sfeer losjes. Kwaliteit met de voeten op de bank. Volgens Keith Spera, muziekjournalist bij het plaatselijke dagblad Times Picayune, heerst nog overal de liberale attitude, die leven-en-laten-leven-spirit waarin de stad zijn eigen gang gaat. Dat betekent echter niet dat er met de hele make over hier ook niet een zekere argwaan jegens de nieuwe stedelingen is geslopen.
Woonkosten
‘In eerste instantie was men hier ontzettend dankbaar voor alle hulp van buiten maar je ziet ook dat wantrouwen en protest de kop opsteken als de woonkosten blijven stijgen of als er weer een nieuweling die naast een muziekclub is komen wonen bij de gemeente klaagt over geluidsoverlast.’ De typische botsingen die voortkomen uit gentrificatie.
‘Hier gaat een zekere liefde voor liederlijkhied het ‘laissez les bon temps rouler’ gepaard met de trots op het culturele erfgoed, de muziek, de architectuur, het eten. ‘Het is de reden dat in de hele historische French Quarter geen McDonalds is te bekennen, dat de Marigny bezaaid is plakkaten waarop geprotesteerd wordt tegen geplande hoogbouw in de wijk. Met alle vernieuwingen in de stad is ook een bezorgdheid ontstaan dat New Orleans minder uniek zou zijn geworden. Ongegrond volgens Spera die de Trombone Shorty Foundation als voorbeeld noemt vanhet succesvol gevolg geven aan de oude muziektraditie.
‘Wat je niet moet vergeten is dat New Orleans altijd is gedefinieerd door de instroom van vers bloed. Het is gesticht door de Fransen. Het was in handen van de Spanjaarden en het is gebouwd door de slaven. Dat er nu een nieuwe groep zijn bijdrage levert aan de ontwikkling van de stad is niet meer dan een logisch stap in een lange historische keten. Ik ben ervan overtuigd dat de stad deze nieuwe veranderingen ondergaat zonder haar eigenheid te verliezen. Dat heeft ze al bewezen in het verleden.’
(eerder gepubliceerd in de Volkskrant)
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!