Het hardvochtige leven van ondernemer Rika van Wieringen (1922-2021) in de VS

Rika op haar ranch in Texas.


Vorige maand (12 juni 2021) is in Sanger Texas, overleden Rika (Riek) van Wieringen in de leeftijd van ruim 98 jaar.

Zij kampte al langere tijd met verschillende, ernstige kwalen, maar was tot op hoge leeftijd scherp van geest.

De in Hoogmade geboren Rika is in Amerika vooral bekend onder de naam Hendrika van der Kroft.

Ze is begraven op Bolivar Cemetery in Sanger.

Rika (haar doopnamen waren Hendrika Wilhelmina) van Wieringen werd geboren op 13 december 1922 in Hoogmade op de boerderij aan de Van Klaverweijdeweg van haar ouders Nicolaas P. van Wieringen en Petronella (Pietje) van Swieten. De boerderij ook waar jaren haar broer Koos boerde en wat thans de woning is van architect Thijs van Wieringen (getrouwd met mijn nicht Paula van der Post).

Getrouwd op 2 augustus 1949 en de dag erna per vliegtuig naar Amerika vertrokken.

Een luchtfoto van de Vissersweg met geboorteplek van Gerrit (boven) en onder de boerderij die in circa 1820 door stamvader Cor van Tol werd aangekocht, thans eigendom van Koos van Tol, waar later (terrein linksonder op de foto) een camping en jachthaven zijn gekomen.

Rika trouwde op 2 augustus 1949 met Gerrit van Tol (Gerardus Georgius, geboren 17 mei 1920), de broer van mijn stiefvader Siem van Tol (van ‘Kippenlust’, de Vissersweg 14/16 te Hoogmade), de zoon van Jaap van Tol (1885-1948) en Cornelia van Rijn (1886-1967). Op 3 augustus 1949, de dag na hun trouwen, vlogen zij naar New York om van daaruit per trein door te reizen naar het een paar duizend kilometer verder gelegen Californië om daar een nieuw bestaan op te bouwen.

Oude stambomen

Zowel Rika als Gerrit zijn afstammelingen van oude ‘Hoogmadese’ (Van Tol feitelijk van Esselijkerwoude), katholieke boerenfamilies. Rika spant de kroon met een stamboom waarvan de wortels terug te vinden zijn tot circa 1492 (in Aalsmeer). Die lange familiegeschiedenis is uitgebreid gedocumenteerd in ‘Wyerings Erfgoet’ (een familieboek van bijna 300 pagina’s) dat in 2003 is verschenen.

Haar opa en oma zijn Jacobus van Wieringen (1840-1926) en Maria Wilhelmina Zwetsloot die ook al boerden aan de Van Klaverweijdeweg (het adres werd tot 1946, toen Hoogmade straatnamen kreeg, aangeduid als B 248). De boerderij kreeg ooit de naam ‘Ora et labora’; bid en werk, een stevig katholiek levensmotto, dat zeker ook Rika op het lijf was geschreven.

Het geboortehuis (rechts) van Rika aan de Van Klaverweijdeweg in Hoogmade. De boerderij is thans eigendom van haar neef Thijs van Wieringen.

Vader Nico nam in 1916 het bedrijf over. De stukken land lagen verspreid over de Hoogmadese Polder (grofweg achter de boerderij) en aan de overkant van de Does, in de Doespolder en de Voorofsche polder. In het zomerseizoen werden de koeien altijd in het land gemolken en daarvoor moest Nico naar die polders roeien, een niet ongebruikelijke situatie in Hoogmade waar meer boeren naar hun vee moesten roeien, net als de vader van Gerrit, die ook land had in de Voorofsche Polder.

Nico (1880-1972) trouwde op 9 mei 1916 in Stompwijk met Pietje van Swieten (1883-1972). De beide echtelieden overleden in 1972 binnen een half jaar na elkaar. Zij kregen 5 kinderen. De oudste was Koos (van 5 februari 1919) die in 1947 trouwde met Wilhelmina (Mien) Mooren. Haar moeder was een Van Rijn (van Ofwegen), een zus van Gerrits moeder; Gerrit zei dus aanvankelijk tante tegen zijn schoonmoeder.

Rika als jongedame, circa 1940?

Koos nam de boerderij over van zijn vader en heeft daar tot 1979 samen geboerd met zijn zoon Koos junior. In dat jaar vertrekt het boerenbedrijf naar een ‘nieuwe’ kavel met boerderij aan de Groenwegh in Hoogmade. Koos senior betrekt een nieuwe bungalow naast de boerderij; het huisje ‘Ora et labora’ (naast de boerderij) wordt de woning van zoon Peter en oudste zoon Thijs neemt de overige gebouwen, onder meer de boerderij dus, over.

Na Koos volgt Wilhelmina (24 februari 1920-13 december 1965, nota bene overleden op de verjaardag van Rika), die trouwde met Cornelis van Leeuwen (1912 – 2002); zij woonden tot hun emigratie in 1952 naar Canada in de boerderij aan de Van Klaverweijdeweg (later bekend als de Antiekboerderij).

Derde kind is Maria Agatha (geboren 1921, overleden 2013), zij trouwt Adrianus Wijsman (1913-1965), veehouder en melkboer in Roelofarendsveen. Zij hertrouwt in 1966 met Henricus van Leeuwen (1910-1987), kruidenier in Boskoop.

Rika op het ijs in 1939.

Rika (Hendrika Wilhelmina) is het vierde kind in rij, geboren 13 december 1922. Na haar volgt in 1924 het vijfde kind van de familie, Cornelis (Cor, roepnaam Kek) Theodoor Maria die in 1953 trouwt met Petronella Wilhelmina van der Salm. Kek was inseminator, later veehandelaar, wonende in Ouderkerk aan de Amstel.

De stamboom van Gerrit van Tol is traceerbaar tot circa 1700, en ‘begint’ met ene Cors Pieterszn. van Tol in de omgeving van Kalslagen (een opgeheven buurtschap nabij Aalsmeer), maar we weten verder helemaal niks van hem. Het lijkt er op dat de Van Tollen in de achttiende eeuw vooral hun brood verdienden als boerenknecht/arbeider. De eerste boer (landbouwer, eigenaar) in de stam lijkt Cor van Tol (geboren in Rijpwetering in 1778) die rond 1820 grond en boerderij koopt in de ‘natte’ Frederikspolder, de polder ook waar de r.k. kerk van Hoogmade staat, die daar in de 17de eeuw als schuilkerk werd gesticht.

Hooibouw aan de Vissersweg. Het hooi werd per boot vervoerd (want het werd gewonnen in de Voorofsche polder, en moest dan opgestoken worden in de barg, Bovenin de barg neef Wim van Tol (van de stamboerderij), daaronder Siem en rechts Gerrit, vlak na de oorlog, schat ik.

Anno 2021 is ‘dat bedrijf’ nog steeds in handen van een nazaat (Koos, zoon van Wim en Mieke van Tol; nota bene de moeder van Wim was Betje van der Kroft, een zus van de tweede echtgenoot van Rika, Leo van der Kroft). Het bedrijf is thans een combinatie van veehouderij op beperkte schaal, een camping en een jachthaven die een jaar of 6 geleden is gegraven.

 

Emigreren

Dat Rika en Gerrit zouden emigreren stond eigenlijk al ruim tevoren vast. Gerrits vader had weliswaar altijd geroepen dat zijn zonen Gerrit en Siem (mijn stiefvader, de oudste zoon, van 14 juni 1914) het later samen maar moesten uitzoeken hoe zij met hun erfenis – de boerderij aan de Vissersweg en een aantal bunders land in de Voorofsche polder – zouden omgaan. Maar Gerrit voelde op zijn klompen aan dat het bedrijf veel te klein was (circa 18 koeien) om er twee gezinnen van te kunnen onderhouden. Hij zag er in ieder geval absoluut geen toekomst in voor hem zelf en Rika.

Op 3 augustus 1949, de dag na hun bruiloft, is de gehele familie in touw om Rika en Gerrit uit te zwaaien, op weg via Schiphol naar Amerika.

Ik denk ook – zo heb ik wel begrepen uit verhalen die mijn stiefvader Siem mij ooit vertelde – dat Gerrit de boerderij in zekere zin aan Siem heeft ‘gegund’. Gerrit was veel slimmer, bijdehanter dan de altijd verlegen Siem, en ondernemender ook, had veel meer ontplooiingsmogelijkheden, meer lef, en verdiende al voor de oorlog geld bij met handeltjes als onder meer verkoop van konijnen.

Voor Siem waren gezien zijn achtergrond, kennis en kunde de keuzemogelijkheden eigenlijk beperkt: het was óf zijn vader opvolgen als boer óf elders in dienst als boerenknecht, een lot dat vroeger veel boerenzoons trof. Overigens ging in de regel het boerenbedrijf in Hoogmade over van vader op de oudste zoon, elders was dat soms de jongste zoon.

De boerderij van Van Tol aan de Vissersweg in Hoogmade, waar Gerrit in 1920 het levenslicht zag. Een foto van circa 1950 omdat het kleine huisje aan het einde van de boerderij er reeds stond. In 1950 trouwde Siem en trok met zijn vrouw Jo van Wieringen (achternicht van Rika) in de ouderlijke boerderij. Zijn moeder – vader Jaap van Tol was in december 1948 verdronken – kreeg toen onderdak in de houten woning. De boerderij was te ‘klein’, vond Gerrit, om er samen met zijn broer Siem van te kunnen leven.

De mijns inziens ‘onzakelijke’ uitspraak – ook Jaap moet toen al geweten hebben dat er geen twee families van het bedrijf konden leven – van hun vader dat ze het samen maar moesten zien te rooien op het boerenbedrijf, verbaast me tot op heden nog steeds. Jaap van Tol was bepaald een man van ‘oude’ principes, niet een man van twijfel en onduidelijkheid. Misschien had zijn zienswijze meer te maken met Siem zelf. Die was tot op hoge leeftijd (op sommige terreinen, sociaal bijvoorbeeld, tot aan zijn dood) verschrikkelijk verlegen, afwachtend. En Siem was een echt moederskindje; zijn moeder nam hem altijd in bescherming.

De ouderlijke boerderij van Gerrit gezien vanuit de tuin aan de achterzijde waar diverse fruitbomen stonden.

Siem was zeer ouderwets. ‘Nieuwigheden’ waren absoluut niet aan hem besteed. Met veel angst en huiver, maar alleen omdat het echt noodzakelijk was, kocht hij een trekker, maar pas nadat zijn zwager Cor Langeslag (getrouwd met Siems zus Wilhelmina van Tol), boer in Rijnsaterwoude, daarop zeer aanhoudend had aangedrongen. Met elektrisch melken stopte hij al na drie maanden (want te moeilijk), maar was wel zo boerenslim dat hem dat geen cent kostte omdat het experiment voor rekening en risico was van de leverancier. Die handelaar had nog nooit meegemaakt dat hij de hele ‘melkinstallatie’ terug kreeg.

In zekere zin was Siem heel ‘volgzaam’: hij heeft zijn hele leven precies zo gewerkt zoals zijn vader hem het had geleerd; hij was in feite een ‘stokoude’ boer naar de gebruiken en gewoontes van de jaren twintig/dertig van de vorige eeuw. Ik denk dat vader Jaap zijn uitspraak deed omdat hij zeker twijfelde aan de kwaliteiten van Siem maar diens ‘geboorterecht’ niet wilde ontnemen. En misschien ook wel dat hij in zijn achterhoofd dacht dat Gerrit initiatieven zou nemen om de exploitatie van het bedrijf te vergroten, of anderszins zijn weg zou vinden.

Het gezin van Jaap van Tol met geheel links Gerrit en geheel rechts Siem. Naast Siem staat Flora. De foto is gemaakt ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijksfeest in 1937.

Ter illustratie van Siem van Tols verlegenheid: zijn twee jaar jongere zus Mien moest hem – in opdracht van hun moeder – altijd vergezellen als Siem als 12/13-jarige (circa 1927) naar pianoles ging in Rijpwetering. Dat ging – gebruikelijk toen – altijd lopend. Mien moest dan wachten tot het einde van de les, en dan liepen ze samen terug naar Hoogmade. Want Siem dorst echt niet alleen te gaan!

Rika op haar beurt was niet heel tevreden met haar bestaan. Zij werkte op de boerderij met en voor haar vader en broer Koos (later getrouwd met Mien Mooren van Huis De Banken, Rijpwetering) en voelde zich zeker niet erg prettig in die ‘ondergeschikte’ rol, waarschijnlijk met het algemene gevoel dat er niet veel toekomstperspectief voor haar lonkte. Ze vond het eigenlijk onrechtvaardig dat bezit en kapitaal naar haar de oudste broer ging, en dat zij en haar zussen ,,eigenlijk voor niks werkten”. En dat was in zekere zin onterecht, want in Rika schuilde, ook na de dood van haar man Gerrit, een zeer ondernemende en doortastende vrouw die tenminste zo goed als haar broers in staat was een bedrijf te leiden en, daarnaast, ook nog eens drie kinderen die zij met Gerrit kreeg op te voeden. Rika wist wat ze wilde.

Weinig keuze

Tegen deze achtergrond restte het echtpaar in het na-oorlogse Nederland (een periode waarin vele landgenoten, ook uit Hoogmade, kozen voor een toekomst in o.m. Canada, Australië en de Verenigde Staten) eigenlijk geen andere mogelijkheid dan samen hun heil in het verre Amerika te zoeken. Veel geld zullen ze niet tot hun beschikking hebben gehad. Vliegen was toen niet goedkoop, bovendien hadden ze – ook niet goedkoop –  een aantal kisten met goederen per schip naar Amerika gestuurd. En in die jaren mocht je bij binnenkomst van de Verenigde Staten maar beperkt contant geld meenemen. Zo bleef een belangrijk deel van het bedrag van 900 gulden dat Gerrit beurde (zijn kindsdeel, want zijn vader Jaap was in december 1948 verdronken) uit de verkoop van de boerderij door zijn moeder aan Siem, op de Boerenleenbank in Hoogmade staan. Pas een paar jaar later werd dat opgenomen.

Een eenvoudige huisje op een hoogte dat uitzag over terrein en vee, het eerste bezit van Rika en Gerrit in Albuquerque, New Mexico.

Ze moesten dus meteen flink aanpakken. Bij wie ze aan het werk gingen toen, en of dat wellicht al tevoren vanuit Nederland was geregeld bij wellicht andere Nederlandse emigranten die zich daar al eerder hadden gevestigd, is onbekend. De eerste jaren in Amerika werkten zij bij verschillende boeren als daggelder om met het daarmee vergaarde kapitaaltje in 1953 een eigen bedrijfje in New Mexico op te bouwen.

Gerrit in 1953 met zijn drie kinderen voor hun huis in Albuquerque.

Ze kochten in de omgeving van Albuquerque in New Mexico een eenvoudig optrekje dat op een hoogte lag en van waaruit zij land en vee konden overzien. Ze hielden daarnaast ook kippen, misschien wel indachtig Gerrits afkomst van de boerderij in Hoogmade die in de volksmond ‘Kippenlust’ werd genoemd. Rika en Gerrit kregen drie kinderen: Cornelia (Mary), geboren 30 november 1950; Nicolas (Nick) van 26 december 1951 en Flora Wilhelmina die 22 januari 1953 het levenslicht zag.

Noodlottig ongeval

Gerrit aan het werk met een soort oud legervoerrtuig op zijn land.

Gerrit en Rika in gelukkigere tijden: per rijtuig op weg naar de kerk in de buurt van Albuquerque, ergens in 1952.

Het prille gezin kreeg een zware tegenslag te verduren toen Gerrit – nog geen 34 jaar oud – op 23 maart 1954 verongelukte. Het moet echt een gruwelijke dood zijn geweest: tijdens werkzaamheden langs een walkant sloeg de tractor om en Gerrit kwam er onder vast te zitten. Rika zag het vanuit haar huis allemaal gebeuren, maar het duurde uren voordat er hulp kon worden geboden. En Gerrit bleek inmiddels overleden.

Wel een beetje macabere foto, maar niet ongewoon. Rika stuurde de familie deze foto als zeker bewijs van het overlijden van Gerrit. Vanuit Nederland was niemand bij de uitvaart. Mijn stiefvader Siem van Tol bezocht het graf van zijn broer in 2001, 48 jaar na diens dood.

Na een periode van rouw, was er geen haar op Rika’s hoofd die zelfs ook maar overwoog om naar Nederland terug te keren. Met hulp zette zij het boerenbedrijf voort. Ze schakelde eerst een Nederlandse jongedame in om haar te helpen bij de opvoeding van de kinderen, later ook voor dat doel een vrouw uit Roelofarendsveen, van wie mij, en anderen, de namen helaas onbekend zijn.

Flora, Gerrits jongere zus, in 1955 aan boord van de ‘Rijndam’, op weg om haar schoonzus Rika bij te staan.

De jongere zus van Gerrit, Flora (op 12 februari 1957 getrouwd met boer Gerard van der Plas, Noordwijk-binnen), ging in 1955 –   28 jaar oud – in haar eentje met het passagiersschip ‘Rijndam’, vanuit Amsterdam, via Southhampton naar Amerika om haar schoonzus bij te staan onder meer bij de opvoeding van de kinderen.

Rika hertrouwt

Het geboortehuis anno 2020 van Leo van der Kroft aan het Noordeinde in Hoogmade.

In 1956 wagen Ali van Tol (geboren 24 juli 1918, oudere zus van Gerrit) en haar man (Koos van der Geest uit Oud Ade met wie zij trouwde op 25 april 1944) met 5 kinderen de oversteek naar Amerika. Ze gaan beiden aan het werk bij schoonzus Rika. Zo ongeveer in die tijd dringt Rika’s zus Mien van Wieringen bij haar aan dat zij gaat hertrouwen. Mien boert in Ontario, Canada, waar vrijgezel Leo (Leen) van der Kroft (geboren in de boerderij aan het Noordeinde in Hoogmade) werkt als knecht. Er werd contact gelegd en in 1957 kwam het tot een huwelijk, zij het dat Leo enkele maanden moest wachten op geldige papieren (o.m. werkvergunning) voor de VS.

In de tussentijd verslechterde de relatie tussen Rika en, ik denk, vooral met Ali’s man Koos van der Geest, hoewel ook mijn tante Ali bepaald niet over zich liet lopen. Koos was verschrikkelijk boeren(eigen)wijs, was geregeld ziek, zwak en misselijk en, tactisch uitgedrukt, nogal ongecultiveerd. Bekend over hem is het verhaal dat hij tijdens de warme maaltijd zijn gebit uit de mond haalde en naast zijn bord op tafel legde. Zijn karakter botste, schat ik, flink met dat van Rika.

Tijdens een verblijf van Rika in Hoogmade met haar ‘nieuwe’ man Leo van der Kroft (ergens in 1957, ik denk om haar man Leo aan de familie voor te stellen), gaat het mis op haar boerderij. Koos is ziek en niet in staat te werken. Ali heeft in november van 1956 haar zoon Jim gebaard en is halverwege 1957 weer zwanger van haar dochter Judy die in februari 1958 wordt geboren Daarnaast heeft ze de zorg voor haar vijf andere kinderen, en de drie kinderen van Rika, en natuurlijk de veestapel (2x melken op een dag).

Een menselijk gezien volstrekt onmogelijk opgave, en Ali besluit in arren moede naar Hoogmade te bellen (via het postkantoor aldaar) met de boodschap aan Rika, die bij haar ouders aan de Van Klaverweijdeweg logeert, dat zij de koeien voortaan nog maar een keer per dag zal melken. Rika en Leo reizen hals-over-kop terug naar Amerika.

Leven met Leo van der Kroft

Rika met rechts dochter Mary in onderhandeling over de aankoop van vee. Foto circa 2000.

Teruggekeerd komt er een einde aan de samenwerking tussen Rika en Ali en Koos, sowieso omdat Leo de nieuwe steun en toeverlaat van Rika en haar gezin wordt. En samen een bedrijf opbouwen was natuurlijk ook het primaire doel geweest van Ali en Koos. Werken voor Rika was slechts een opstapje. Zij vestigen zich elders in de omgeving van Albuquerque waar zij een boerenbedrijf beginnen met het geld en de veestapel – zij werden door Rika gedeeltelijk in vee betaald – als onderpand van een lening.

Samen met Leo gaat Rika hard aan het werk. Ze hebben – net als Ali en Koos – het tij mee, de economie van Amerika is echt booming; er zijn perioden dat er topprijzen worden betaald voor vlees en melk-producten. Het is de ware Amerikaanse droom dat je met een paar dollars en hard werken een goed bestaan kunt opbouwen, miljonair kunt worden. Het bedrijf van Rika en Leo groeit al snel uit tot een veestapel van 150 melkkoeien. Zij besluiten het beheer en de exploitatie van de ranch in Los Lunas in 1979 over te doen aan hun zoon Nick, die dan 28 jaar oud is.

De Chisum-farm die Rika en Leo in 1979 kochten, met daar vlakbij de gedenksteen van stichter John Chisum.

Rika en Leo kopen in datzelfde jaar in Sanger (Texas) de toen failliete Chisum-ranch, zo genoemd naar de in Amerika zeer bekende veehandelaar John Chisum die rond 1855 een van de eersten was die grote kuddes runderen door Amerika dreven, in zijn geval naar Texas dat toen nog een zelfstandige republiek was. Te zijner gedachtenis staat er op het aangekochte terrein een gedenksteen voor hem.

Rika en Leo vestigen zich op deze farm samen met hun dochter Mary en haar man, die daar hun haar bedrijf en woning (op)bouwen. En dit keer geen melkkoeien meer, maar runderen voor de vleesproductie. Als Rika de kans krijgt, koopt ze de grond van de buren op. En zo groeit het bedrijf begin 2000 uit tot een enorme ranch van 500 stuks vee, waar dagelijks wel een kalfje wordt geboren.

Rika ‘olieboerin’

En tante Rika is sinds de aankoop van de Chisum-boerderij ook ‘olieboerin’, want bij de aankoop in 1979 van dat land werd daar al olie opgepompt. In 1991 wordt haar cluster van bedrijven opnieuw geregistreerd bij zeg maar de Amerikaanse Kamer van Koophandel. Er is een houdstermaatschappij die ‘Van Tol Dairy Farms Incorporated’ heet met daaronder dochterbedrijven als ‘Van Tol Oil’ en ‘ ‘Van Tol Farms’.

Rika met twee van haar kleindochters (van dochter Mary) in circa 2002.

En uit de gegevens van het Amerikaanse handelsregister blijkt dat er in de eerste maanden van dit jaar nog wat veranderingen zijn doorgevoerd in de juridische status en beheer van de bedrijven.

Dat gebeurde waarschijnlijk al in verband met de snel afnemende gezondheid van tante Rika die trouwens al veel eerder haar dochter Mary zeer nadrukkelijk bij het beheer van haar bezit heeft betrokken, waarschijnlijk al vlak na de dood van haar (tweede) man Leo van der Kroft in 1998..

Zo voospoedig als de ontwikkeling van haar bedrijven is gegaan, waren er  in de loop der jaren voor Rika zeker ook bittere tegenvallers en teleurstellingen te verwerken.

Zo blijkt zoon Nick een aantal verkeerde keuzes te maken als baas van de ranch in Los Lunas, als gevolg waarvan hij in financiële problemen geraakt.

Het debacle zet de familieverhoudingen flink onder druk.

In 1998 overlijdt haar (tweede) man Leo van der Kroft, na een zeer langdurig ziekbed. Rika heeft Leo een aantal jaren thuis verzorgd en verpleegd.

Na een blikseminslag tijdens een tornado in 2012 brandde Rika’s woning tot op de grond toe af. In september van datzelfde jaar stond er een nieuwe woning.

Het eenvoudige, heel oude houten huisje waar Rika sedert de aankoop van de Chisum-farm in 1979 woonde, werd in 2012 door bliksem tijdens een tornado getroffen en brandde tot de grond tot af. Rika vindt – bijna 90 jaar oud – onderdak in een camper. Op de oude plek verrijst een nieuwe woning met modern comfort.

Siem van Tol bij de gedenksteen van Chisum samen met de zoon van Rika en Gerrit, Nick (Niek).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mijn stiefvader Siem van Tol heeft in 2001 Amerika bezocht, mede dankzij neef Ton van der Plas (zijn moeder was Flora van Tol die in 1955 bijna een jaar bij Rika verbleef om haar na de dood van Gerrit bij te staan). Siem bezocht het graf van zijn in 1954 verongelukte broer Gerrit, en natuurlijk ook Rika van der Kroft en zijn zus Ali van Tol in New Mexico (Ali is 24 juli van dit jaar 103 jaar oud geworden, en woont in een bejaardenhuis in Bellin, New Mexico).

Favoriete tante

Nel van der Meyden (1953), oudste dochter van Rika’s jongste broer Cor (Kek) van Wieringen, is in 2012 twee keer op bezoek geweest bij haar favoriete tante. Mary en Nel helpen Rika bij de herinrichting van de nieuwe woning die medio september 2012 gereed is. Heel veel keuze daarin liet Rika hun niet, want Rika wilde dezelfde huisraad, gordijntjes, etc. als in haar oude huisje. Nel is trouwens sinds 2003 bijna elk jaar, soms twee keer in een jaar op visite gegaan bij haar tante in Amerika.

Rika voor haar woning in 2001 met naast haar Flora van der Plas, haar kleinzoon Aron, en de toenmalige echtgenote van Nick, Janny.

Tot 2003 kwam Rika, vaak met haar dochter Mary, wel bijna elk jaar naar Nederland. Tussen Nel en Mary ontwikkelde zich al eerder een soort vriendschap. In de tijd dat Mary stewardess was verbleef zij frequent (in verband met nachtstops) bij Nels ouders in Ouderkerk. Zelf had ik vlak na de dood van mijn stiefvader Siem van Tol (2014), nog contact met Joyce van Tol, dochter van Nick. Ik ontmoette haar rond 2007, denk ik, toen zijn een ‘rondreis maakte ‘in het verleden van haar opa Gerrit’ en daarbij natuurlijk een bezoek bracht aan diens ‘ouderlijke woning’ of wat daarvan over was.

Na de dood van Siem van Tol, wilde ik per se – indachtig ook de wens van Siem –  dat een aantal ‘historische’ familie-eigendommen (o.m. de oude ijzeren windvaan die bovenop de hooibarg stond, een zwart-bont gekleurde koe; een schilderij van de oude boerderij en een schilderij van een Siems melkende vader) in de mannelijke Van Tol-lijn terecht zouden komen. Mede dankzij Joyce zijn die sinds 2014 in handen van Gerard van Tol, de zoon van Nick, stamhouder.

John Morales

Rika met haar ‘knecht’, steun en toeverlaat John Morales.

En in dit verhaal is nog één persoon die belangrijk was in het leven van tante Rika niet ter sprake gekomen, en dat is ‘knecht’ John Morales. En knecht tussen aanhalingstekens, want hij was veel meer dan dat; hij was Rika’s dagelijkse steun en toeverlaat, bijna een maatje.

Hendrika van der Kroft heette Rika in Amerika. Dat zal voor Amerikanen door de ‘r’ in haar voor- en achternaam wel wat moeite hebben gekost om die een beetje fatsoenlijk uit te kunnen spreken. Rika laatste levensjaren waren zwaar. Ze werd blind en door lichamelijke ongemakken kon ze niet meer lopen. Dankzij dochter Mary en ‘maatje’ John Morales kom zij thuis blijven wonen, tot het de laatste tijd echt niet meer ging.

Een hard-werkende, markante persoonlijkheid heeft dit aardse vooronder verlaten, en op velen een onuitwisbare indruk nagelaten. Een vrouw die de regie over haar leven in eigen handen nam en niet makkelijk meer los liet, is niet meer. Een vrouw ook die weinig aan het toeval over liet. Een Hollandse boerendochter die in Amerika geschiedenis heeft geschreven.’Van Tol Dairy Farms Incorporated’ Van Tol Oil’; Gerrit van Tol stond mede aan de basis. Zijn vader Jaap had gelijk, Gerrit vindt zijn eigen weg wel, zeker dankzij de steun van een bikkel. Tabee Rika van Wieringen!

(dit verhaal is geschreven door Henk van der Post (website www.leidsehenkie.nl), ‘stiefzoon’ van Siem van Tol. Siem trouwde in 1980 mijn moeder Gré Wesselman, weduwe van mijn vader Dirk van der Post. Siem van Tols eerste vrouw was Jo van Wieringen. Haar vader was een volle neef van Rika’s vader ).

Foto’s en/of informatie: Nel van der Meyden, Ton van der Plas, Henk van der Post, uit Weyrings Erfgoed, Google Earth, wikipedia, internet.






















0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *