Fietsers gedragen zich als horken

In Amsterdam heb ik weleens het advies gekregen op de fiets nooit voor rood licht te stoppen, want dan krijg je de sturen en wielen van achterop komende fietsers in je rug. Een kennis van mij is een lui, dik en doorgerookt manwijf (minimaal 30 sigaretten op een dag) van 40 jaar, maar als ze op de fiets stapt wordt het een turbo-beest dat andere fietsers – waar dan ook en hoe dan ook – wil inhalen. Moeders met bakfietsen drukken je van het fietspad omdat ze te laat zijn vertrokken om hun grut naar school te brengen.


Terreur

Wat is die fietser toch voor een raar soort weggebruiker. Welk asociaal instinct gaat er in dat brein aan het werk zodra iemand op de pedalen stapt en een hork wordt? Waarom altijd haast, snelheid en voorrang nemen? Waar auto’s in binnensteden aardig zijn getemd en zich in de regel fatsoenlijk gedragen, worden straten en paden en oversteekplaatsen nu geterroriseerd door opgefokte pedaalridders die niets ontzien; rode lichten negeren, fietsen waar dat niet mag, en je niet laten passeren als ze met twee naast elkaar rijden, en vooral: voetgangers van de sokken rijden.

Genadeloos

Eerlijk gezegd beschrijf ik hier ook mijn oude gedrag. Tot mijn lichaam een paar jaar geleden (2014) door een herseninfarct linkszijdig verlamd raakte. Ja, ik kan weer aardig lopen, zelfs fietsen. Vroeger stak ik blindelings over bij een oversteekplaats, omdat het mijn voorrangsrecht was. Nu kijk ik uit voor doorrijdende fietsers zelfs als de zebra met verkeerslichten is beveiligd. En nu merk ik dat fietsers genadeloos zijn.

Ondergeschikt

De overheid laat het ook maar geworden. Voetgangers en fietsers moeten het samen maar uitzoeken. Kijk maar eens bij oversteekplaatsen. In Leiden – en elders – zijn die bijna nooit doorgetrokken over de naast de hoofdweg gelegen fietspaden. En volgens mij leggen voetgangers het altijd af tegen fietsers. Er is een cultuur gegroeid die ruimte geeft aan fietsers, want voetgangers nemen mijns inziens minder risico; ze zijn wel wijzer. En ik hoor die wethoudertjes – denigrerend bedoeld – met die experimentele plannen al betogen dat ze een succes waren. Maar wat er in feite gebeurt is dat voetgangers zich ondergeschikt maken/hebben gemaakt aan een andere groep verkeersdeelnemers. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat de overheid een hiërarchische ordening tot doel heeft?

Cijfers?

Ik ken geen cijfers omtrent het aantal ongelukken tussen fietsers en voetgangers. Wat ik wel weet is dat die soms heel ongelukkig aflopen, met name voor oudere mensen. Ik ben een paar van die slachtoffers tegen gekomen in het Rijnlands Revalidatie Centrum (toen ik er zelf maanden lag na mijn herseninfarct). Vitale oudjes van dik 75 die van hun sokken waren gereden en maanden, eerst klinisch en daarna poliklinisch, moeten revalideren. En ze hadden allemaal voorrang en sommigen namen dat recht helaas ook.

Eén hand

Ik loop geregeld door Leiden, over de Haarlemmerstraat en Nieuwe Rijn, vooral in de ochtenduren een soort Russisch roulette als haastige fietsers richting station kris-kras langs voetgangers manoeuvreren. En fietsen doe ik ook weer, zij het mijn één hand, want de ander doet niks meer. Zeker, veel meer risico’s dan vroeger, want ik zwenk weleens onverwacht een beetje uit en ik kan niet meer mijn arm uitsteken om richting aan te geven.

Sukkel

Laatst fietste ik van Leiden-centrum, waar ik woon, naar Allemansgeest in Voorschoten. Ter hoogte van zwembad De Vliet wilde ik linksaf onder het tunneltje door naar het fietspad aan de andere kant van de weg. Ik moest eerst wacht voor rood en riep luid dat ik naar links zou gaan. Toch was kennelijk een vrouw achter mij verrast door mijn afslaan en riep hard ‘sukkel’. Keurig scheldwoord, want ik voel me soms ook wel een beetje een sukkel. Maar inwendig speelde toch agressie op en ik dacht: ‘Kutwijf, kom niet voor mijn wielen!’

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *