Een paar schoolfoto’s uit jaren twintig van de katholieke school Hoogmade

Een klassenfoto, beter gezegd een schoolfoto want er staan scholieren uit verschillende klassen op (dat kon ook niet anders want de school telde in die jaren nog maar 4 lokalen) – uit plusminus 1925.

Bovenste rij (vlnr): Jan Kapteijn, Cor van Leeuwen Jz., Dirk van der Post, Bert Mooren, Koos Volwater, Bert Lieverse Cz., en Wim van Leeuwen Jz.

Tweede rij (vlnr): waarschijnlijk mej. E. Van der Voort, Gerrie van Tol Jdr., Aleida Kapteijn, Siem van Tol, Leo Rijkelijkhuizen, Jo Volwater, Jans Witteman, Cornelia Verbij, Truus van der Zwet en waarschijnlijk mej. Meijer (de vrouw van…).

Derde rij (vlnr): Marie van der Voorn, Mien van Tol, Marie Rijkelijkhuizen, Mien Mooren, Nel van Leeuwen, Marie van Tol, Pietje Verbij (onderwijzeres) en Cor Witteman.

Vierde rij (vlnr): Dirk Elstgeest, Marie van Leeuwen Jdr., Agnes Kapteijn, Marie van der Post, Riek Rijkelijkhuizen, schoolhoofd meester Meijer, Catrien Rijkelijkhuizen, Mien van Rijn Cdr., Ali van Tol, Hans Widlak en Frans Witteman.

Vijfde rij (vlnr): onbekend, Koos van der Post, Jan van Wieringen, Kees Verbij, Tiny van der Voorn, Cor Rijkelijkhuizen, Bets van der Voorn, Gerrit van Tol, Niek Witteman, Hein van Leeuwen Bz. en Jaap Elstgeest.

Het is moeilijk vast te stellen wanneer deze foto exact is is genomen. Centraal op de foto staat meester Meijer die per 1 januari 1925 werd opgevolgd door meester Bosman, hetgeen inhoudt – denk ik – dat de foto waarschijnlijk van 1924 moet zijn. Tenzij Meijer het lopende schooljaar 1924/1925 heeft ‘afgemaakt’. Maar dan is het vreemd dat hoofdonderwijzer Bosman er niet op staat.

Bijzonder is ook dat op deze foto ook de jongere broer van Siem van Tol staat: Gerrit (van mei 1920), Siem (van juni 1914) en Marie van Tol van maart 1913). Een leeftijdsverschil van 7 jaar. Marie was in 1925 in maart 12 geworden. Dat betekent dat Gerrit (van mei 1920) op deze foto 5 jaar zou zijn. Zeer onwaarschijnlijk dat hij al naar school ging, maar het was (aldus Hans van der Wereld) niet ongebruikelijk dat een jonger broertje of zusje mee ging naar school vanwege de opwinding rond het maken van foto’s in die tijd. Dat was toen nog heel bijzonder, en een echte gebeurtenis.

Onderwijswet

Taalonderwijs rond 1900 op de toen nog twee-klassige lagere school in Hoogmade waar in die tijd meer dan 50 leerlingen per lokaal twee-aan-twee in de bankjes zaten. (Uit ‘Honderd jaar katholiek onderwijs in Hoogmade’, verschenen in 1981, geschreven door Hans van der Wereld).

De Lager Onderwijswet van 1900 regelde de leerplicht voor 6- tot 12-jarigen. Al was 12 jaar ook geen wet van Meden en Perzen, want Siem van Tol ging met 11 jaar te ‘vroeg’ van school. Hij moest – zei hij vele jaren later – van zijn vader (hij was de oudste zoon) Jaap van Tol werken op de boerderij. Van invloed daarop is wellicht dat Jaap nog met de hand (zeis) het hooiland maaide, terwijl in die tijd al veel boeren maaimachines hadden die werden voortgetrokken door het paard (paarden). Zijn vader Jaap – bepaald geen bangerik – dorst dat volgens Siem niet.

Het was in de zomer van 1925 een van de eerste dingen die Siem leerde op de boerderij (melken kon hij uiteraard al), van een oom trouwens van de Van-Rijnenkant (broer van zijn moeder) van Ofwegen. En Siem herinnert zich ook nog dat meester Bosman (net benoemd tot schoolhoofd) een schampere opmerking tegen hem maakte: ,,Ja, ja, als je maar kan werken op de boerderij…”. Die vond het kennelijk helemaal niks dat Siem zijn school niet afmaakte.

Geschiedenis onderwijs

Het onderwijs in Nederland stelde tot 1800 weinig voor, was vooral voorbehouden aan de ‘happy few’. Zij die zich ‘uitgaven’ voor onderwijzers waren vaak zelf nauwelijks opgeleid. Niet zo gek in een land waar de meeste, armere mensen (werklieden, knechten en boeren) tot in de negentiende eeuw vaak niet konden lezen en schrijven. De meeste vaklieden werden trouwens in de praktijk opgeleid. De vakbekwaamheid van onderwijzers (in het openbaar onderwijs) werd pas begin 1800 een beetje geregeld.

In Nederland hadden sedert de Reformatie (16de eeuw) de protestanten (protestantse regering) het voor het zeggen: er waren grofweg tot de tweede helft van de 18de eeuw nauwelijks/geen katholieke instituties: Katholieke scholen waren verboden; schuilkerken, vaak in schuren of op zolders van boerderijen, werden oogluikend toegestaan buiten de stads- en dorpskernen. I n Hoogmade stond de r.k. kerk aan de Oude Kerkweg. Een wrange situatie, want Hoogmade was en bleef altijd een ‘echt’ katholiek dorp (de parochie ‘Onze Lieve Vrouwe Geboorte’ vierde nota bene in 2007 het 550-jarig bestaan).

Het huis van het hoofd van de openbare school, later het woonhuis en winkel van Piet de kapper. De school was daarachter gelegen, wat later het ‘wit-gele kruis-gebouw’ was, waar veel jonge kinderen hun inentingen kregen. Voor die tijd was de openbare school aan de Vissersweg. Het openbaar onderwijs in Hoogmade is veel ouder dan het katholiek onderwijs.

De kwaliteit van onderwijzers wordt pas in de tweede helft van de negentiende eeuw beter. De katholieken worden in die periode langzamerhand weer van overheidswege gerespecteerd; je mag officieel weer katholiek zijn. Hoogmade, profiteert van de verbeteringen in het onderwijs. Een algemeen belang dat in die tijd pas wordt erkend omdat de kinderarbeid de spuigaten uitloopt. Politici schreeuwen daarover moord en brand. Er is veel maatschappelijke beroering daaromtrent, maar het duurt tot 1900 voordat dat met de introductie van de Lager Onderwijswet de leerplicht voor 6- tot 12-jarigen wordt ingevoerd (en zij dus niet meer mogen werken). De uitvoering ervan (betalen van personeel, gebouwen, e.d.) kwam tot 1921 nog voor rekening van de bijzondere scholen zelf; ouders, kerken en armenbesturen, etc. draaiden daarvoor op (i.t.t. het openbaar door het rijk betaalde onderwijs – overigens kon iedereen/elke gezindte daarvan gebruik maken).

Het waren ‘natuurlijk’ de katholieke gezagsdragers die ‘moord en brand’ schreeuwden dat Hoogmade geen katholieke school had (want er mankeerde immers ‘zoveel aan het openbaar onderwijs’, registreert lokaal historicus Hans van der Wereld meningen in ‘Honderd jaar katholiek onderwijs in Hoogmade’, verschenen 1981). Plat gezegd ontbrak er voor de clerus – net als elders in Nederland – een stuk doctrine; katholieke kinderen moesten per se opgroeien onder katholieke voorwaarden en omstandigheden. Hoogmadenaren zelf waren helemaal niet zo enthousiast – bijna in tegendeel zelfs – over de plannen voor een ‘eigen’ katholieke school. Want dat ging ze weer geld kosten en ze betaalden al mee aan beheer en exploitatie van de een paar jaar eerder gereed gekomen nieuwe kerk in het dorp (1878).

Illustratief in dat verband was een voorval tijdens een preek van pastoor Van Aarsen die de noodzaak van een katholieke school daarin nog eens benadrukte. Een van de kerkgangers protesteerde tegen diens uitspraak door zich om te draaien en met de rug naar de pastoor te gaan staan. Dat wekte de toorn van de pastoor die met zijn vuist op de spreekstoel sloeg en uitriep: ,,De school zàl er komen, al moet ze van bordpapier worden gebouwd!”

De katholieke school in Hoogmade. Aan de stijl is te zien dat de tweeklassige school (met puntdak) van 1880/1881 in fasen is uitgebreid: in 1910 met twee lokalen, en in 1930 met het 5de lokaal.

De concrete aanzet tot de stichting van de school begint met een bijeenkomst bij notaris Klaverwijden in Leiden. Daar ondertekenen pastoor Van Aarssen en de kerkmeesters Pieter van Heteren, Antonius Könst, Johannes van der Post en Leonardus van der Lans een akte waarmee zij

een lap grond kopen (voor 2700 gulden) aan de Kerkstraat van ene De Koning uit Schagen om daarop de nieuwe 2-klassige school met woonhuis te bouwen, waarmee feitelijk in april 1880 werd begonnen (en die nota bene 1 september 1880 – vijf maanden later – gereed was!). Gebouwd door de aannemers H. Verbij, A. Colijn en W. van der Zwaan (naar een ontwerp van architect E. J. Margry die ook tekende voor de kerk een paar jaar daarvoor).

De school werd 3 januari 1881 ingezegend door pastoor Tieleman. De eerste dag ‘meldden’ zich 77 kinderen. In 1910 werden twee klassen aangebouwd en in 1930 werd het uitgebreid tot de vijfklassige school die tot 1972 dienst deed.

Schoolfoto plm. 1920.

Bovenste rij (vlnr): Henk Bank, Piet van Goozen, Leo van der Kroft, Giel van Goozen, Adriaan van der Voorn, Theo Pouw en Wil Bank.

Tweede rij (vlnr): George van der Voorn, Dorus van Goozen, ???, Marie Jaspers, Anna van der Post en Trees van Beek.

Derde rij (vlnr): Rie van der Voorn, Bets Pouw, To van Kampen, Anna Lieverse, Cathrien van Goozen, Anna van der Voorn, Jans van der Voorn en Hertha Klijn.

Vierde rij (vlnr): Rika Pouw, Lenie Pouw, Cor van der Voorn, Rie Deckers, Miep Lieverse en Dirk van der Post.

Deze foto laat – voor de geschiedschrijving – zien wie er deel uitmaakte van Siems generatie. Siem zelf staat op deze foto uit hetzelfde jaar met zijn oudere zus Marie. Helaas weet ik niet wie er verder op staan. Marie zit op onderste rij derde  van rechts en Siem bovenste rij tweede van rechts, maar helemaal zeker wist Siem van Tol dat in 2008 ook niet meer.

Met dank aan de boekwerken die Hans van der Wereld over Hoogmade heeft geschreven. Een aantal; is nog verkrijgbaar, zoek op het www onder boekscout.nl

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *