Jan Krul is ouder dan Leiden

Ze waren onder de kleine, houten tafel gekropen. Angstig probeerden vader, moeder en zoonlief zich daar een beetje te beschermen tegen neerstortende balken en vallende leien die als dakbedekking dienden. Onder schril gekraak scheurde en barstte opnieuw een dakspant uiteen en regende het leistenen die versplinterden op het eiken tafelblad. Even was het stil. Vader schatte de situatie snel in, trok zijn vrouw en zoon onder de tafel vandaan en verliet met hen ijlings hun houten woninkje.

Lees meer

De Kluis van de Rijkste Leidenaar

Met spelletjes was hij altijd de beste. Hij was rap gebekt en als hij eens dreigde te verliezen, kon hij in een stortvloed van woorden haarfijn uitleggen dat híj toch eigenlijk gewonnen had. Het betoog was meestal voor geen meter te volgen, maar uiteindelijk ging je om de een of andere reden overstag.

Lees meer

Arie met de Dikke Benen

Als kleine jongen was hij al een opvallende verschijning. Smal in de schouders, breed in de heupen met daaronder een stel massieve stappers die kennelijk door vochtophoping zo zwaar waren dat hij maar moeilijk vooruit kon komen. En zo was Arie al heel vroeg aan zijn vaste bijnaam gekomen: Arie met met de dikke benen. Nog niet eens zozeer een scheldnaam, eigenlijk een feitelijke beschrijving, maar een kind vindt zo’n toevoeging nooit leuk omdat het accentueert wat hij niet wil hebben en niet wil weten.

Lees meer

De Lakse Boer van het Gravensteen

Nog nooit was het op een middag zo lang donker in Leiden. Al uren achtereen was het licht van de zon op onverklaarbare wijze verdwenen alsof iemand er een groot houten schot voor had geschoven. Door nog slechts een flauw schijnsel waren huizen en straten te onderscheiden, maar met het vorderen van de dag en het intreden van het avondschemer was het nagenoeg pikkedonker. Toen ook nog een storm opstak kon echt niemand meer een hand voor ogen zien.

Lees meer

Tante Suze gaat haar gangetje

Eigenlijk zijn er maar weinigen die haar ooit in levenden lijve hebben gezien. Maar gehoord hebben ze haar des te meer. Want bijna dagelijks ging Tante Suze nog voor het ochtendkrieken op pad. Ze had een zware tred en het geluid van haar klompen echoden haar stappen op de kasseien in de smalle stegen. Haar ochtendwandeling werd ondersteund door een hoog en vooral monotoon gefluit. Daar hield ze van. Als ze zo in haar eentje door de stad stapte, kwam er altijd wel een melodietje in haar hoofd dat ze begon te fluiten. Dat het meer leek op herhaalde vertreksignaal van een oude stoomlocomotief, hinderde háár in ieder geval niet.

Lees meer

De Glipper en de Valse Zilveren Bazuin

Het was druk op de ophaalbruggen bij de Zijlpoort. Lange rijen wachtenden zochten allemaal een veilig heen komen achter de stadsmuren. Het waren dan ook roerige en onzekere tijden. Plattelanders, boeren, werklieden, vrouwen en kinderen waren op de vlucht voor rondtrekkende Spaanse legers die – per saldo – tot doel hadden opstandige Hollandse steden weer tot het ware geloof te bekeren.

Lees meer

De Leidse Woepselaar