Kees Bonnet: ‘Naar een geheel ander leven bij het Leidsch Dagblad.
Kees Bonnet (1928 – 2021) werkte het grootste deel van zijn leven bij het Leidsch Dagblad, toen nog gevestigd in het prachtige Dudok-gebouw op de hoek Witte Singel/Noordeindeplein. Zijn beroepsleven liep anders dan hij ooit vermoedde. In 2011 schreef hij daarover onderstaand verhaal met hulp van Béatrice Staffeleu (voor internet) en zijn neef Jan Bonnet (correctie). Het is een uitgebreid verhaal geworden vol met (technische) informatie over lang verdwenen beroepen en oud vakmanschap, en over reorganisaties bij het Leidsch Dagblad. Het is ook wel een beetje een incrowd-verhaal. Dit verhaal bereikte mij via zijn neef Jan Bonnet met het verzoek of ik dit wilde publiceren, overeenkomstig de wens van Kees.
Ik (Henk van der Post, www.leidsehenkie.nl) leerde Kees Bonnet al ‘vroeg’ kennen, want ik was een van die redacteuren (vanaf oktober 1977 toen ik er ging werken) die vaak bij hem (kassier) een voorschot vroeg op mijn declaratie, meestal nog voordat ik feitelijk kosten had gemaakt. Kees was een wat plechtig, stijf-formeel en rondbuikig heerschap, altijd gestoken in een wat sleets jasje. Hij had een heel bijzonder gevoel voor humor die lang niet door iedereen werd begrepen. Altijd kalm en bedaard, punctueel en principieel, zoals ook uit dit door hem geschreven verhaal over zijn loopbaan bij het Leidsch Dagblad moge blijken. ‘Der herr Bonnet ist immer gut gemütscht’ was zo’n beetje zijn lijfspreuk. Het woord ‘gemütscht’ (hij bedoelde gemutst in het Nederlands, in het Duits ‘gelaunt’) heb ik in het Duits op geen enkele schrijfwijze kunnen vinden. Dat was een stukje van zijn humor. Het duurde even voordat ik Bonnet om zijn persoonlijkheid leerde waarderen. Maar hij was voor mij waarlijk ‘mister Leidsch Dagblad’, een mooi karaktervol mens! Lees meer