100 jaar lijnbussen in Hoogmade
Het is in november 2022 honderd jaar geleden dat Hoogmade een autobusverbinding kreeg. Dat had heel wat voeten in de aarde. Want de toenmalige gemeenteraad moest eigenlijk niet veel hebben van dat soort ‘nieuwigheden’, zeker de drie Hoogmadese raadsleden wilden er niks van weten.
De krantenberichten over het besluit mee te werken (subsidie te geven) aan de totstandkoming van de busverbinding Woubrugge-Hoogmade v.v. De ADWAL was de busonderneming die in Hoogmade met een busdienst begon. Dat bedrijf werd in 1940 overgenomen door de NAL, die vele jaren met verouderde bussen door ons dorp reed.
Onderstaand het (iets aangepaste) verslag in de Leidsche Courant van 24 november 1922 van de vergadering van de gemeenteraad Woubrugge, waarin Hoogmade in die jaren met 3 raadsleden was vertegenwoordigd.
Burgemeester en Wethouders stellen aan de gemeenteraad voor ,,de ondernemers van de op te richten autodienst een garantie te verleenen van f 1000 in dien zin dat dat bedrag als maximum zal gelden. Onder de exploitatie wordt door de ondernemers een winst van f 1500 gesteld. Indien het exploitatieverlies grooter is dan f 1000 zal dit worden gedragen door de ondernemers. Wordt winst gemaakt dan subsidieert de gemeente niet.”
De heer Van der Voorn (van Hoogmade) vraagt hoe de exploitatierekening zal zijn te controleeren. De Burgemeester zegt dat de boeken zullen worden overgelegd. De heer Kroes (van Woubrugge) vraagt hoe men een autodienst kan gaan subsidieeren terwijl de route over een weg loopt die voor autoverkeer is gesloten. Hij acht het wenschelijk dat ook het andere deel van den weg onder Hoogmade voor het verkeer zal worden afgesloten. De weg is veel te slap voor dit verkeer. Hij zal zijn stem aan het voorstel niet geven. Spreker wil wel subsidie toestaan indien de route wordt genomen over de Oudshoornsche Kerkweg.
De heer van Leeuwen (ook van Hoogmade) wil geen subsidie verleenen. Elk moet zijn eigen kosten maar betalen. Tevens vreest hij dat er meerder onderhoud aan de wegen noodig zal zijn. De heer Lieverse (wethouder uit Hoogmade) is eerst voor het voorstel geweest maar kan nu wat hij door andere heeren heeft hooren betoogen zijn stem aan het voorstel niet geven.
De heer Wisman, wethouder, houdt een uitvoerige verdediging van het voorstel. Nu er eindelijk een gelegenheid zich voordoet om Woubrugge uit haar isolement te bevrijden moet die met beide handen worden aangegrepen. ,,De trein die men voor eenige jaren had kunnen krijgen heeft men ook al van de hand gewezen om de kosten. De autodienst kan ten hoogsten f 1000 kosten, terwijl spreker vermoedt dat zeker winst zal worden gemaakt.”
,,Er bestaan naast de boeren die hun paard en wagen maar voor ’t inspannen hebben ook nog een zeer groot gedeelte van de burgers, de kleine luiden die verlangend uitzien naar een middel van vervoer. Ook in Hoogmade is behoefte aan een vervoermiddel bestaat. Als de weg te smal is, gelijk door den heer Kroes werd gezegd dan moeten er toch ,,uithalen” komen. Om den heer Kroes tegemoet te komen kan men in de dienstregeling 2 maal per dag over Hoogmade en 2 maal over Koudekerk laten loopen. Spreker kan niet anders dan zijn mede-raadsleden met de meeste drang aanraden het voorstel aan te nemen.
De heer Van Leeuwen vindt dat de ondernemer maar zooveel op de tarieven moet leggen dat de menschen die er gebruik van maken zelf de kosten dragen. Een wagenmaker of smid wordt als hij een nieuwe zaak opzet ook niet van gemeentewege gesubsidieerd.
De burgemeester zegt wat den weg betreft: ,, Ook nu zou dit dan al moeten geschieden met de veel zwaardere auto’s van de Automaat en van de ,,Sierkan”. Als de landbouwers-raadsleden op het standpunt wenschen te gaan staan van: ,,ieder moet maar betalen wat hij geniet”, dan moeten ze ook dat maar toepassen op het door hun driewielige wagens vernielde halfspoor. Spreker betoogt dan uitvoerig dat de autodienst een algemeen belang dient en als zoodanig ook dient te worden gesubsidieerd. Op het finantieele gedeelte van de zaak mag men niet terugstuiten. In den omtrek is er misschien niet één gemeente die er zoo goed voor staat als Woubrugge. Spreker vindt dat men een toestand waar men voor een autorit heen en terug Woubrugge-Leiden bijvoorbeeld f 18 moet neerleggen, niet mag bestendigen.”
..Als de heer Lieverse bang is voor de brug te Hoogmade wil de burgemeester even memoreeren dat in 1916 de zuinigheid de wijsheid bedrogen heeft. Nu moet men wéér tot herstel overgaan afgezien van het komen of niet komen van den auto-dienst. Hij is er tegen om Hoogmade in haar isolement te laten. Hij is er nooit voor geweest om het eene deel van de gemeente te doen genieten wat de andere helft niet heeft. De burgemeester dringt nogmaals op aanneming van het voorstel aan.
De heer Van Leeuwen blijft volhouden dat de onderneming zich zelf moet bedruipen. Als Burgemeester en Wethouders geld geven zullen ze ook de wegen moeten verbeteren. De Burgemeester zegt dat de auto-onderneming nooit om verbetering van den weg kan komen. Hij bewijst nog eens uitvoerig dat de auto met haar lichte constructie de door basaltslag versterkte wegen niet zal hinderen.
De heer Wisman zegt dat als de Raad door afwijzing de dienst niet over Woubrugge laat gaan men dan het geval krijgt dat de dienst vanuit Ter Aar en Rijnsaterwoude zal gaan. Onze wegen zullen dan evengoed lijden en Woubrugge heeft er niets aan. Gedeputeerde Staten zullen geen verbod voor auto’s toelaten. We hebben, zoo zegt spreker, in Woubrugge nu eenmaal geen kans om een vliegterrein te krijgen. Anders gingen we door de lucht om de wegen niet kapot te maken. Maar nu is het een heel gewoon ding dat we ons aanpassen aan het gewone moderne verkeer. De maximum-uitgave van f 1000 zal de meerdere bloei van Woubrugge wel terug betalen.
De Burgemeester zegt dan dat eigenlijk de steden en de Provincie mee moeten betalen aan een goeden weg. Daar dit niet gebeurt moeten wij het wel doen.. Als de heer Lieverse opmerkt dat de Heerlijkheid Hoogmade zal klagen, zegt de Burgemeester, ,, dat hem niets liever zal zijn. Dan is er kans dat Gedeputeerde. Staten meteen de middeleeuwsche tol van die Heerlijkheid zal opdoeken.”
Spreker wil dan voor de bespreking te doen beëindigen nog de concessie doen dat de bedrijfswinst zal worden teruggebracht van f 1500 tot f 500 en tevens de bepaling maken dat de subsidie voorloopig voor één jaar zal gegeven worden. Dit voorstel in stemming gebracht wordt aangenomen met de stemmen der heeren Wisman, Lieverse en van der Voorn voor en v. Leeuwen en Kroes tegen.
LC 24 november 1922
Wij vernemen dat de Autodienst van Woubrugge uitgaat van een Vennootschap onder de naam van ,,Autobusdienst Woubrugge-Alphen-Leiden”, A. D. W. A. L.
De route gaat niet langs ’s Molenaarsweg, oftewel Woubrugsch pad, maar door den polder Vierambacht, Vier-Ridderbuurt, langs den Rijn over Koudekerk naar Leiden.
Na goedkeuring van het Gemeentebestuur van Woubrugge zal de dienstregeling zijn als volgt:
Van Woubrugge v.m. 7.30 uur (Vrijdag 7 uur) over Hoogmade; van Leiden v.m. 8.30 uur, langs den Rijn; van Leiden n.m. 1 uur: over Hoogmade; van Woubrugge n.m. 2.45 uur over Hoogmade; van Leiden n.m. 4.30 uur: langs den Rijn; van Woubrugge n.m. 6 uur: langs den Rijn; van Leiden n.m. 7.30 uur: over Hoogmade.
Een bericht uit de Leidsche Courant van 28 november 1922:
..HOOGMADE. UIT ONS ISOLEMENT. – In Augustus 1909 schreef de zeer begaafde letterkundige, de heer C. R. de Klerk, oud-parochiaan van Hoogmade, in ,,De Katholieke Illustratie”, bij het jubilé van wijlen pastoor Smeele, o.m. dit: ,,Hoogmade, een gehucht zonder trein, zonder omnibus, zonder stoomtram, is een wereldje op zich zelf buiten de wereld”, enz. Na het raadsbesluit van vorige week zal dan toch eerstdaags Hoogmade uit haar isolement worden verlost, door een ,,omnibus” oftewel autobus.”
Het Leidsch Dagblad van 5 december 1922:
,,WOUBRUGGE. – Maandagmorgen is de eerste proefrit met de autobus van hier naar Leiden gedaan. Burgemeester, wethouders en leden van den Raad en eenige genoodigden maakten de reis mede. De route ging over Hoogmade.”
De Heerlijkheid Hoogmade, eigenaar van de gehele Hoogmadese polder en de wegen en beheerder/eigenaar van de tol nabij Leiderdorp ligt dwars en wil voor de bussen een verhoogde tol heffen, not bene f 1 perkeer. De Leidsche Courant van 11 december 1922 daarover:
,,WOUBRUGGE. – Inzake geschil tusschen den rentmeester van Hoogmade, die oordeelde dat de autobus van hier op Leiden per keer f 1,- aan de tol onder Leiderdorp verschuldigd is, zijnde het tarief voor vrachtauto’s, is Vrijdagmiddag het tarief bepaald op f 0.25 per keer, totdat de rechter uitspraak heeft gedaan omtrent het heffen van dat verhoogde tarief.
De bussen komen maar moeilijke zonder oponthoud door Hoogmade, waar de weg te smal is.
Het Leidsch Dagblad meldt op 10 maart 1923:
,,WOUBRUGGE. – Met het oog op het verkeer, o.a. met de autobus hier over Hoogmade zijn voor het passeeren een zevental uithaalplaatsen aangelegd, op de smalste wegen. Vrijdagmiddag zijn ze beproefd en bleken ze deugdzaam te zijn.
De foto’s bij dit verhaal zijn afkomstig uit ‘De bus van Langhout’, Geschiedenis van de autobusonderneming Nieuwkoop – Alphen aan den Rijn – Leiden (NAL) van Hans van der Wereld (2015). Nog steeds verkrijgbaar, zie internet.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!